Op maandag 31 maart 2025 kwamen ruim dertig professionals bijeen in de Bibliotheek Utrecht voor een verdiepende expertsessie over online haat en discriminatie onder jongeren. O.a. onderzoekers, beleidsmakers, jongerenwerkers en jongeren dachten samen na over één centrale vraag: hoe bouwen we aan een effectieve systeemaanpak voor een veiligere online omgeving?
Mimi van Dun, projectleider bij Netwerk Mediawijsheid, opent de sessie met een terugblik op het project ‘Samen Sterk tegen Online Haat en Discriminatie’, dat begin dit jaar van start ging. Na een geslaagde kick-off in januari staat deze tweede sessie in het teken van samenwerking. Hoe brengen we de juiste mensen en ideeën bij elkaar om écht verschil te maken?
Zorgelijke cijfers
Onderzoeker Koen Kros van Movisie deelt in zijn keynote zorgelijke cijfers: 96 procent van de Nederlandse jongeren ziet online discriminatie voorbijkomen en 350.000 mensen hebben er persoonlijk ervaring mee. Onder Nederlanders met een migratieachtergrond geeft driekwart aan dat zij online racisme voorbij zien komen.
96 procent van de Nederlandse jongeren ziet online discriminatie voorbijkomen en 350.000 mensen hebben er persoonlijk ervaring mee
Online haat komt in vele gedaanten: van openlijke haat tot subtiele signalen, zoals emoji’s of memes. Vaak is de haat impliciet en moeilijk strafbaar, maar niet minder schadelijk. Volgens Koen is de impact groot: ‘Wat online gebeurt, heeft invloed op het dagelijks leven. Het kan zorgen voor psychische klachten, uitsluiting én haatmisdrijven in de offline wereld.’
Waarom verspreiden mensen online haat?
Movisie richt zich ook op een vaak onderbelicht perspectief: dat van de verspreider. Waarom verspreiden mensen online haat? Dat heeft onder andere te maken met de mate van empathie, vertrouwen in anderen, opleidingsniveau en politieke oriëntatie. Juist daarom benadrukt Koen het belang van meer aandacht voor het vergroten van empathie en het versterken van sociale verbindingen.
Daarnaast zijn er de stille getuigen: mensen die online haat wel zien, maar niet ingrijpen. Niet omdat ze het niet willen, maar omdat ze niet goed weten hoe, of bang zijn voor de gevolgen. En wie wél iets probeert, merkt dat haat zich verplaatst, tegen hen keert of moeilijk te vangen is. Koen: ‘In gesprekken die we met jongeren hebben gevoerd vanuit KIS, geven ze aan geen oplossingsmogelijkheden te zien voor deze problematiek en dat ze zich machteloos voelen.’
In de database van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) is een overzicht te vinden van bewezen effectieve interventies tegen (online) discriminatie. Koen: ‘We kunnen online haat niet volledig uitbannen, maar wél samen zorgen voor bewustwording, weerbaarheid én een sterkere sociale norm.’
Samen grenzen stellen
Na de keynote is het tijd voor het panelgesprek. Hoe zorgen we voor een online cultuur waarin jongeren zich veilig voelen, elkaar aanspreken én zelf de norm helpen bepalen? Tijdens het panelgesprek gaat Mimi hierover in gesprek met Klaartje Schüngel (SocialmediaIMPACT en GRIPP), Eva Vesseur (Waag) en jongere Lalah Soran (Diversion).
Klaartje pleit voor een structurele aanpak in het onderwijs: geen losse interventies, maar een cultuurverandering. Op de vraag van Mimi in hoeverre jongeren zelf verantwoordelijkheid moeten dragen, zegt Klaartje: ‘Jongeren willen vaak wel ingrijpen bij pesten of haat, maar weten niet hoe. Daarom moeten we vroeg met ze in gesprek en ze leren hoe ze kunnen handelen.’
Scholen zijn een afspiegeling van de samenleving. Wat we in het echte leven zien, zie je versterkt terug online
‘Scholen zijn een afspiegeling van de samenleving. Wat we in het echte leven zien, zie je versterkt terug online. Daarom is het belangrijk dat volwassenen – ouders, docenten, jongerenwerkers – samenwerken om online haat en discriminatie tegen te gaan.’ Ook doet ze een oproep tot meer ruimte voor sociale gesprekken in de klas en duidelijke kaders. ‘De urgentie leeft op school. Nu moeten ook ouders en overheid aanhaken.’
Bouwen aan een nieuwe norm
Eva vult aan dat het probleem dieper zit dan alleen gedrag en benadrukt dat sociale media niet neutraal zijn. ‘Platforms zijn ontworpen om extreme content te belonen. Daarom is het belangrijk jongeren bewust te maken van hoe die systemen werken én ze te betrekken bij het ontwerpen van alternatieven.’
Je wordt gezien als een profiel, niet als persoon. Reageren op haat leidt vaak tot niets
Lalah, zelf 22 jaar oud en actief als peer educator bij Diversion, deelt daarop haar persoonlijke worsteling met social media. Ze voelt druk om zichzelf online te tonen, maar ervaart ook vervreemding. ‘Je wordt gezien als een profiel, niet als persoon. Reageren op haat leidt vaak tot niets.’ Toch gelooft ze dat meer offline gesprekken kunnen helpen om online gedrag te beïnvloeden.
Aan de slag: inzichten aan vier deeltafels
Na de pauze gaan de deelnemers in groepen uiteen om vanuit verschillende invalshoeken concrete oplossingen te verkennen.
Tafel 1: Jongerenwerk
Wat hebben lokale ondersteuners, zoals jongerenwerkers, nodig om online haat en discriminatie tegen te gaan? Jongerenwerkers spreken de taal van jongeren als geen ander. Ze weten wat er speelt, maar missen vaak tijd, middelen en structurele samenwerking. Belangrijke aanbevelingen vanuit de aanwezigen zijn het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en betere verbinding met andere lokale spelers zoals scholen, buurthuizen en GGD. Ook ouders spelen een belangrijke rol, maar de deelnemers weten dat zij soms schaamte of drempels ervaren om hulp te zoeken. Een laagdrempelige plek in de buurt, zoals vroeger de ouder-kindcentra, kan helpen om die schaamte te doorbreken en samen verantwoordelijkheid te nemen.
Tafel 2: Onderwijs
Welke rol kan het voortgezet onderwijs spelen in het vergroten van de online veiligheid en weerbaarheid van jongeren? En wat is er nodig van binnen én buiten het onderwijs om die rol goed te kunnen vervullen? Het onderwijs kan een belangrijke rol spelen in normverheldering, maar ze gaan vaak pas aan de slag met de thematiek nadat er incidenten plaatsvonden. De deelnemers aan deze tafel benadrukken de noodzaak om het thema structureel in het curriculum op te nemen, liefst al vanaf de basisschool. Leraren moeten daarbij goed toegerust zijn om het gesprek aan te gaan. En dat lukt het best met hulp van ouders, experts en bibliotheken, denken de aanwezigen.
Tafel 3: Veiligheid
Hoe kunnen veiligheidspartijen zoals de politie online haat en discriminatie tegengaan? Als het gaat om online haat en discriminatie overheerst bij politie en gemeente vaak een driegings- en veiligheidsperspectief. Jongeren komen al snel in de strafrechtketen terecht. Deelnemers aan deze tafel pleiten voor een brede aanpak waarin tijdig oog is voor preventie, zorg en opvoeding. Inspirerende voorbeelden, zoals online inloopuren op scholen in de Gemeente Eindhoven, laten zien wat er mogelijk is. Tegelijkertijd zijn structurele financiering, kennisdeling en scholing voor professionals essentieel. Ook is er aandacht nodig voor wetgeving, normstellend gedrag van de overheid en ondersteuning van kleine gemeenten.
Tafel 4: Jongeren
Wat werkt bij het activeren van upstander-gedrag en het samenwerken met jongeren? Als we écht iets willen veranderen, moeten jongeren zélf aan tafel zitten. Niet alleen als doelgroep, maar als medeontwerpers van de oplossing. Co-creatie dus. Empathie vergroten, oefenen in een veilige omgeving en zelfvertrouwen opbouwen zijn daarbij belangrijk. Ook wordt aan deze tafel gepleit voor nieuwe taal: gebruik liever ‘doelwitten’ en ‘verspreiders’ dan ‘slachtoffers’ en ‘daders’, om het gesprek opener te maken.
Bouwen aan de basis van een beweging
In de plenaire afsluiting wordt duidelijk dat het thema leeft en dat de gedeelde urgentie leidt tot energie én verbinding. Aan de tafels klonk een eensgezinde oproep voor een community-aanpak: alleen samen – met scholen, ouders, politie, gemeenten, maatschappelijke organisaties, jongerenwerkers en jongeren zélf – kunnen we bouwen aan een online wereld waarin iedereen zich veilig voelt. Empathie en kennis bij professionals zijn daarbij onmisbaar. Maar één ding is duidelijk: met losse projecten komen we er niet. Dit gesprek verdient een vaste plek in beleid, onderwijs én opvoeding.
Dit gesprek verdient een vaste plek in beleid, onderwijs én opvoeding
Mimi sluit af met de woorden: ‘We hebben vandaag veel gedeeld. Maar wat we vooral hebben gedaan, is bouwen aan de basis van een beweging. Een beweging waarin jongeren niet alleen beschermd worden, maar zelf meedoen aan het creëren van een veilige online wereld.’
Hoe nu verder?
Diversion gaat binnen het project de komende periode samen met jongeren werken aan interventies om online haat en discriminatie tegen te gaan. De uitkomsten van deze expertsessie zullen verder verwerkt worden in een ecosysteem-analyse, die later wordt gedeeld.
- Ben jij, of ken jij, een jongere tussen de 18 en 25 jaar die een bijdrage wil leveren aan een beter online klimaat? Bekijk of deel de oproep
- Meer weten over het project Samen Sterk tegen Online Haat en Discriminatie? Kijk op de projectpagina
- Download hier het Theoretische kader Online haat en discriminatie & jongeren
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.