Half juli publiceerden wetenschappers van de North Western University in Illinois (USA) in het hier niet al te bekende Journal of Medical Internet Research de resultaten van een onderzoek naar de mate waarin het gebruik van een smartphone het hebben van een depressie bij de eigenaar kan aangeven.
Met koppen als: Can your smartphone tell you have a depression en ‘Phone app can identify behaviors linked to depression, study shows’ komen grote en kleine nieuwsstations in de Verenigde Staten met dit nieuws. Ook Nederlandse nieuwsmedia nemen het gretig over. Even met Google kijken met als zoektermen ‘smartphone’ en ‘depression’ of ‘depressie’ levert zeer veel hits op. Het lijkt wonderbaarlijk dat gebruiksparameters van een smartphone iets over de geestelijke gesteldheid van de bezitter kunnen zeggen. Bij nadere bestudering van de studie blijkt de vlag de lading niet te dekken. Het verhaal rammelt aan alle kanten.
Artikel
In het artikel wordt gemeld dat een app ontwikkeld was, genaamd Purple Robot, die het gebruik van de verschillende functies van een smartphone registreerde en ook de locatiegegevens van de smartphone vastlegde. Er deden 40 personen mee, waarvan er 28 gedurende twee weken voldoende data voor analyse genereerden. Die 28 werden weer in twee groepen van 14 verdeeld op basis van hun score op een depressie-scoringslijst, de PHQ-9.
De onderzoekers concludeerden op basis van de locatie- en gebruiksgegevens van mensen uit beide groepen dat ze met 87% zekerheid konden inschatten of de eigenaar van de smartphone een depressie had. Mensen met een depressie zouden in dit onderzoek gemiddeld 68 minuten per dag hun smartphone gebruiken en niet depressieven 17 minuten. Depressieven zouden gemiddeld minder van locatie wisselen per dag dan hun tegenhangers. Het onderzoek zou volgens de auteurs mogelijkheden openen om continu populaties te monitoren die “at risk” zijn en interventies mogelijk maken als de psychische situatie van mensen verslechtert. Eén van de auteurs meldt trots dat het nu mogelijk is passief vast te stellen of iemand depressieve symptomen heeft zonder hem vragen te stellen.
Kritiek?
Op het artikel is heel veel af te dingen omdat het methodologisch van geen kant klopt. In vrijwel geen enkel artikel in de nieuwsmedia is enig woord van kritiek te vinden. Toch is er gelukkig één helder artikel op de website van de National Health Service in het Verenigd Koninkrijk te vinden dat gehakt maakt van deze studie. In de eerste plaats is het goed om vast te stellen dat het om een observationele studie gaat en niet om een gerandomiseerde gecontroleerde trial. Daarnaast is een groep van 28 personen die ook nog in tweeën gedeeld wordt, wel heel erg klein. Bovendien was de verdeling man/vrouw ongelijk (20 mannen en 8 vrouwen), waarbij de verdeling in de subgroepen niet vermeld wordt.
De subgroepen zijn verder niet gematched voor factoren als: het verder hebben van enige ziekte, voor leeftijd, voor het wel of niet werkloos zijn en andere relevante factoren. Ook is niet bekend of er bij de deelnemers niet sprake was van enig ander geestelijk lijden. Het hebben van depressieve symptomen werd uitsluitend vastgelegd op basis van het invullen van de Personal Health Questionaire-9 zonder enig gesprek of onderzoek door een psychiater. Het vreemde is dat de PHQ-9 een score-mogelijkheid heeft op een schaal van drie, terwijl de één van de auteurs spreekt over het scoren op een schaal van tien. Tenslotte gaat de studie er van uit dat alle deelnemers continu hun smartphone bij zich hadden. Controle daarop vond niet plaats. De auteur van het kritische stuk raadt daarom terecht aan weinig waarde te hechten aan de publicatie en adviseert bij een herhaling van dit onderzoek een groter aantal deelnemers te nemen en de studie veel beter op te zetten.
Ten onrechte een mediahype
De vraag is waarom zoveel nieuwsmedia op de gewraakte publicatie gedoken zijn. Het is te verklaren door de fascinatie voor techniek en voor de fascinatie voor het trekken van conclusies uit big data. Het is griezelig om te zien hoe kritiekloos een dergelijk artikel overal in de media overgenomen wordt terwijl er ernstige methodologische bezwaren aan kleven.
Hoewel de auteurs van het artikel spreken over toestemming van (potentiële) deelnemers aan dit soort surveillance in de toekomst, zou het monitoren van metadata van smartphones het eventueel mogelijk maken dat de psychische gesteldheid van mensen wordt gevolgd zonder hun toestemming.
Nergens realiseert men zich dat als de these zou kloppen, de zo te verkrijgen informatie zeer veel interesse zou hebben van verzekeraars, werkgevers, overheidsdiensten etc. Vanwege de assumptie dat depressieve mensen kunnen neigen tot (zelf)destructie, zouden inlichtingendiensten ook geïnteresseerd kunnen zijn.
In elk geval kan geconcludeerd worden dat het gewraakte artikel ten onrechte leidde tot een mediahype.
Dit blogartikel verscheen eerder op de website Zorg-ICT Zorgen.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.