LVB-jeugd vaker in de problemen met sociale media

dinsdag 11 november 2014

Jongeren met een licht verstandelijke beperking komen vaker in de problemen met sociale media dan andere jongeren. Ze zijn eerder slachtoffer (en dader) van cyberpesten, manipulaties en seksueel misbruik via sociale media. Bijna 80 procent van de huidige problemen met deze zogenoemde LVB-jongeren zijn gerelateerd aan hun sociale mediagebruik.

Dat blijkt uit het rapport ‘LVB-jeugd en sociale media’ dat Kennisnet deze week publiceerde. Daarvoor werden 25 professionals die werken met LVB’ers, zowel op instellingen als in het speciaal onderwijs, geïnterviewd. Zij pleiten voor lesmateriaal over veilig internet dat beter is toegesneden op jeugd met een IQ tussen 55 en 70.

Om leerlingen met een licht verstandelijke beperking te kunnen begeleiden, moet je heel wat in je mars hebben. Elle Peters is mediacoach en geeft al jaren les aan deze groep jongeren. Een interview met deze bevlogen vrouw.

Wat is je precieze functie?

Ik ben sinds 1 september ICT-beleidsmedewerker bij De Onderwijsspecialisten. Vanuit deze rol ondersteun ik scholen bij het ontwikkelen van visie op leren in de 21-ste eeuw. Ik geef veel voorlichting en workshops waarbij mediawijsheid altijd aan bod komt. Ook adviseer ik bij het realiseren van projecten als ‘de veilige school’. Ik adviseer over het beleid, over doelstellingen en kijk wat er nodig is om dat beleid uit te voeren. In mijn vorige functie had ik meer contact met leerlingen, toch blijf ik ook nu zoeken naar de directe link met leerlingen. Om te checken of mijn inzichten nog wel kloppen.

Wat is het ergste dat jij hebt gezien gebeuren bij je leerlingen met sociale media?

Ik werd eens op een zondagavond door een leerling aan een chat toegevoegd. Het bleek een noodkreet van een  leerling die online ruzie had. De ruzie was zo hoog opgelopen dat afbeeldingen van messen letterlijk over het scherm vlogen, aangevuld met bedreigingen en doodsverwensingen. Op maandagmorgen zouden ze beide een groep vrienden meenemen en elkaar afmaken. Heel confronterend en bedreigend.

De mentor van de klas was ook toegevoegd, maar op dat moment konden we geen enkele invloed meer uitoefenen. Toen hebben we heel duidelijk gezegd: stop. “Eerst stoppen. Allebei. Maandag praten we verder”. Korte, duidelijke boodschappen werken het beste. Maak je zinnen nooit langer dan 5 woorden. De jongen die onze hulp had ingeroepen stopte inderdaad, maar daarmee was de ruzie nog niet opgelost. In zulke extreme situaties heb je elkaar op school hard nodig. Daders zijn vaak zelf slachtoffer. Dat vraagt om continue aandacht en begeleiding.

Hoe is de begeleiding van de ouders?

Wisselend. Er zijn ouders die zeer betrokken zijn en je om advies vragen maar er zijn ook een groot aantal ouders die zelf niet of nauwelijks kunnen lezen, laat staan begrijpen wat er allemaal online gebeurt. Sommige leerlingen komen met de mooiste en de nieuwste devices naar school, daar zet ik wel eens vraagtekens bij. Of ouders die hun kind stimuleren porno of gewelddadige filmpjes te kijken. Ook naar ouders toe ben ik altijd laagdrempelig en communiceer ik, indien nodig, via alle wenselijke kanalen.

Wat is jouw manier om ze te begeleiden?

Laagdrempelig, veelal online en op basis van vertrouwen. Daardoor weten leerlingen me weten als het mis gaat. Ik veroordeel nooit, geef wel geregeld aan dat ik teleurgesteld ben, en probeer mee te denken in wat er mis ging en hoe het anders kan. Samen oplossingen bedenken waarvan je kunt leren. Ze zelf laten nadenken over wat je een volgende keer beter anders kunt doen. Vaak verwerken we dat in een online opdracht die we later ook aan de ouders laten zien. Leerlingen hebben hierin de regie. Zij bepalen met wie ze dit willen bespreken. Verder zet ik vooral in op positieve werkvormen met leerlingen. Ik sluit aan bij lessen, ondersteun leerkrachten en laat klassen veel gebruik maken van sociale media tijdens opdrachten. Continu oefenen en begeleiden helpt! Zo leren ze nadenken over wat ze online allemaal doen.

Wat drijft je?

Ik zie met name de online mogelijkheden voor LVB-leerlingen. Uit ervaring weet ik dat wanneer je tijd en energie steekt in online begeleiding, een groot aantal leerlingen ander gedrag zullen laten zien. Daardoor krijgen ze meer kansen om hun grenzen te verleggen.

Wat is je kracht?

Leerlingen geven aan dat ik ze begrijp. Ze vertrouwen me en durven me daardoor (vaak lastige) vragen te stellen. Ik los problemen nooit voor ze op maar ondersteun ze tijdens het leerproces. Begeleid Ontdekkend Leren is een methodiek die op onze school wordt gebruikt en ook online prima te gebruiken is.

Wat hebben docenten en begeleiders nodig om deze kinderen beter te kunnen helpen?

Scholen hebben ondersteuning nodig in het vormen van een schoolvisie waarbij de leerlingen centraal staan. Wat heeft een leerling nodig? En wat vinden leerlingen daar zelf van? Zet schoolbreed een beleid uit waarbij je ervan uitgaat dat leerlingen sociale media nodig hebben om in de huidige, complexe maatschappij te kunnen leven.

Voor veel leerlingen valt hun handicap letterlijk weg als ze online zijn. Zo durven veel LVB-leerlingen met autisme in real life niet of nauwelijks te praten. Online des te meer! Ze snappen onze sociale kaders niet en vragen doorlopend om handvatten. Geef ze die, ga met ze in gesprek. Sluit aan bij hun belevingswereld en chat eens mee. Vergelijk het met de pauzes op het schoolplein. Veel scholen binnen speciaal onderwijs worstelen met pauzes omdat LVB-leerlingen continu op zoek lijken naar vechtpartijen en ruzie. Wanneer je goed naar deze leerlingen kijkt, zie je dat ze simpelweg (nog) niet in staat zijn om zonder begeleiding hun vrije tijd in te vullen. Laat staan samen voetballen in een voetbalkooi.

Meer weten?

» Meer onderzoeken en aanvullende informatie vind je in het dossier Online met een beperking op mediawijsheid.nl

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.