Het gaat steeds slechter met onze mentale gezondheid. Met name jongeren en jongvolwassenen zitten steeds minder lekker in hun vel. Ongeveer 840.000 jongeren ervaren mentale uitdagingen en/of klachten en 1 op de 15 jongeren in Nederland kampt met een depressie. Steeds vaker wordt gewezen op de negatieve invloed van sociale media. Tijdens de kennissessie op woensdag 24 mei kregen professionals kennis en concrete tips om met mediawijsheid en mentale gezondheid aan de slag te gaan.
Ongeveer zeventig professionals – werkzaam in zorg, welzijn, onderwijs, bibliotheken, media en onderzoeksbureaus – wonen de sessie bij. De 21-jarige Séun Steenken opent de sessie met spoken word. Daarna neemt voorzitter Leila Prnjavorac het woord. “Wat weten we eigenlijk over de positieve en negatieve effecten van mediagebruik op mentale gezondheid? En hoe kunnen we er samen voor zorgen dat media een positieve impact op ons leven hebben? In het kader van de Week van de Mentale gezondheid gaan we hierover in gesprek.”
Alle publicaties, tips en linkjes die zijn gedeelde tijdens deze sessie vind je terug op de Mural
Asociale media
Psycholoog Thijs Launspach, bekend van bestsellers als Fokking druk en Je bent al genoeg, vertelt over zijn nieuwe boek Asociale media. Daarin onderzoekt hij wat de invloed van sociale media is op onze mentale gezondheid. “In mijn vorige boek schreef ik over de invloed van sociale media op onze mentale gezondheid”, vertelt Thijs. “Het hoofdstuk was klaar, maar het verhaal nog niet. Ik was geschrokken van wat ik las in de literatuur en wilde er graag dieper induiken.”
Volgens Thijs zitten we historisch gezien in een opmerkelijke situatie. “In veel opzichten hadden we het nog nooit zo goed. We waren nog nooit zo rijk, leefden nog nooit zo lang en waren nog nooit zo veilig. Bij een maatschappij die rijk is, is ook veel mogelijk. En daardoor vinden we het leven op verschillende manieren ingewikkeld. Er zijn meer burn-outs, depressies en angststoornissen. We voelen de druk om een groots en meeslepend leven te leiden. Er worden voortdurend idiote normen gepresenteerd, vooral via sociale media. Op Instagram zie je miljonairs met een druk sociaal leven die ook nog een bedrijf op Bali runnen. Dat zijn uitzonderingen, het zijn niet de beelden die horen bij een normaal leven. Maar het zijn wel de beelden waar anderen zich aan spiegelen.”
Beluister hieronder de bijdragen van alle sprekers tijdens de netwerksessie.
Contentconsumptie en verdringingstheorie
Hoe kunnen we hier als professionals mee aan de slag? “We moeten jongeren niet leren dat sociale media eng of gevaarlijk zijn, maar ze moeten wel snappen welk spel er achter zit”, vindt Thijs.
“Als je iets ‘gratis’ krijgt, betaal je daar wel voor met je aandacht, energie of invloed op je zelfbeeld. Natuurlijk zijn er ook veel positieve kanten aan sociale media. We kunnen ons makkelijk met elkaar verbinden en lotgenoten zijn snel gevonden. Maar ik maak me er zorgen over dat de verbinding met anderen steeds meer naar de achtergrond verdwijnt op de platforms. De focus ligt veel meer op content. Neem bijvoorbeeld TikTok: dat gaat meer over een hyperactieve vorm van contentconsumptie, in plaats van je verbinden met andere mensen. We moeten de verantwoordelijkheid daarom niet alleen bij het individu leggen, maar ook bij beleidsmakers en techbedrijven om te zorgen dat we minder gemanipuleerd worden door sociale media.”
Niet iedereen is even verslavingsgevoelig. Het gaat mis wanneer je sociale media gebruikt om iets op te vullen. Bijvoorbeeld je onzekerheid of een rotgevoel.
Maar we moeten ook geen angstcultuur creëren, vindt Thijs. “Niet iedereen is even verslavingsgevoelig. Het gaat mis wanneer je sociale media gebruikt om iets op te vullen. Bijvoorbeeld je onzekerheid of een rotgevoel. Dat noem ik ook wel de verdringingstheorie. Je hebt een bepaald aantal uren in een dag, en die kun je maar één keer uitgeven. Je kunt je tijd spenderen op TikTok, maar ook met vriendschappen en relaties. Hoe meer tijd op sociale media, hoe minder tijd voor andere activiteiten. En we weten allemaal dat tijd investeren in vriendschappen en relaties ons over het algemeen gelukkiger maken dan tijd spenderen op TikTok. Online kun je het gevoel hebben dat je verbonden bent met anderen, terwijl je eigenlijk vereenzaamt.”
Positieve en negatieve effecten
“De signalen die Thijs benoemt, zagen wij ook”, zegt Robert Vonk, senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Hij vertelt over het rapport ‘#geenpaniek – Gezondheid, jongeren en hun digitale omgeving’. “Er wordt veel onderzoek gedaan naar de effecten van sociale media op de mentale gezondheid”, vertelt hij. “Er is geen eenduidige conclusie: er zijn zowel positieve als negatieve resultaten. Dat komt omdat mentale gezondheid een moeilijk te onderzoeken begrip is. En hetzelfde geldt voor sociale media. Daardoor is de causale relatie tussen mentale gezondheid en sociale media moeilijk te leggen.”
Maar het valt niet te ontkennen dat er ontzettend veel gebeurt met jongeren. “De puberteit is sowieso al een lastige tijd. Psychische problemen en mentale stoornissen beginnen vaak in die leeftijdsgroep. Dat was dertig jaar geleden niet anders. Het is lastig te benoemen of sociale media een oorzaak zijn. Wat we wel zien, is dat sociale media een katalysator zijn van bestaande problematiek. Ze verergeren problemen die er al zijn. Maar we moeten niet te veel inzoomen op alleen sociale media. Dan zien we het grotere plaatje niet meer. Prestatiedruk bijvoorbeeld is niet alleen aanwezig op sociale media, maar ook op scholen, op het werk en in de manier waarop we met elkaar omgaan.”
De puberteit is sowieso al een lastige tijd. Psychische problemen en mentale stoornissen beginnen vaak in die leeftijdsgroep. Dat was dertig jaar geleden niet anders. Het is lastig te benoemen of sociale media een oorzaak zijn
“Bij mij viel tijdens dit onderzoek het kwartje dat het online leven ook echt is”, deelt Robert. “Er is geen relevant onderscheid meer tussen het online en offline leven. Wat gebeurt in de online wereld, is óók echt. Het helpt ons niet verder als we tegen jongeren zeggen dat de online wereld niet echt is. En laten we inderdaad de positieve effecten niet vergeten; sociale media helpen jongeren om zichzelf te ontdekken. Ze kunnen experimenteren in een relatief veilige omgeving, waar ze redelijk anoniem zijn.”
Ook tijdens het intermezzo droeg Séun Steenken bij met spoken word, waarin hij zijn visie op het thema deelt. Lees de tekst hier terug.
Jongeren ondersteunen
Stichting MIND Us bundelt krachten, stimuleert (vernieuwende) initiatieven en zorgt dat mentale problemen van jongeren de juiste aandacht krijgen. Projectleider Amine Bakkali en Cheyenne Baly, als jongere aangesloten bij hun Raad van Richting, vertellen over hoe je jongeren het beste (online) kunt ondersteunen bij het vergroten van mentale weerbaarheid.
Als het over mentale gezondheid gaat, gaat het vaak over hoe slecht het gaat. Het gaat minder vaak over hoe je weerbaarder wordt.
Amine: “Als het over mentale gezondheid gaat, gaat het vaak over hoe slecht het gaat. Het gaat minder vaak over hoe je weerbaarder wordt. Daarom moeten we op een andere manier over mentale gezondheid praten.” Iets dat hem opvalt bij het spreken van jongeren: “Jongeren vinden het belangrijker om ergens bij te horen, dan om gezond te zijn. Het is vooral belangrijk dat we aan jongeren laten zien dat we ze zien en horen. Dat we ze in hun kracht zetten. Want als hun zelfvertrouwen toeneemt, neemt de invloed van sociale media af. Als jij goed weet wie je bent en waar je voor staat, ben je minder te beïnvloeden. Dus bevorder zelfontwikkeling en zelfontplooiing. En biedt ze dat luisterende oor. Dat is soms al genoeg.”
Hulproutekaart voor content creators
Amine en Cheyenne horen van content creators – we mogen ze geen influencers meer noemen – dat zij soms wel tientallen berichten per week ontvangen van volgers met hulpvragen over mentale gezondheid. Daarom ontwikkelde MIND Us een hulproutekaart (hier te downloaden). Met deze route kunnen jongeren met mentale problemen naar de juiste plek worden doorverwezen.
Er wordt soms met een boos oog naar content creators gekeken, maar we moeten niet vergeten dat veel content creators óók jong zijn.
“Voor jongeren is het makkelijker om iets aan te nemen van iemand die hen begrijpt, iemand met wie ze kunnen levelen”, vertelt Cheyenne. Amine vult aan: “Er wordt soms met een boos oog naar content creators gekeken, maar we moeten niet vergeten dat veel content creators óók jong zijn. Er zijn wel richtlijnen rondom reclame, maar geen richtlijnen rondom mentale gezondheid. Deze content creators zijn ook zoekende, dus voel je als professional ook vrij om mee te denken over hoe we hen de juiste ondersteuning kunnen bieden.”
Digitale Balans Model
Hoe kan mediawijsheid bijdragen aan mentale gezondheid? Om jongvolwassenen op weg te helpen, ontwikkelde Netwerk Mediawijsheid met het Trimbos-instituut het Digitale Balans Model. Het model bestaat uit drie componenten: sociale gezondheid, mentale gezondheid en lichamelijke gezondheid.
Maaike Drok, productmanager bij Netwerk Mediawijsheid, licht het model toe. “Mentale gezondheid is voor iedereen anders. Digitale balans gaat over het zó indelen van je tijd, dat je je er goed en gezond bij voelt. Het model kan helpen om naar je eigen leven te kijken en je week anders in te delen. Door je eigen gezondheid op drie vlakken te beoordelen, kun je bepalen hoe deze balans bij jou is. We ontwikkelden hierbij een zelftest voor jongeren en een Wijzer met tips voor professionals. Daarnaast is het belangrijk dat jongeren competenties ontwikkelen zoals geschikte informatie vinden over mentale gezondheid en het doorgronden van de algoritmes van sociale media.”
Mentale gezondheid is voor iedereen anders. Digitale balans gaat over het zó indelen van je tijd, dat je je er goed en gezond bij voelt. Het model kan helpen om naar je eigen leven te kijken en je week anders in te delen.
Samen sterk
Er volgt een kort moment voor de sprekers om op elkaar te reageren. Wat vinden zij van wat ze vandaag hebben gehoord? Amine: “Ik vind het mooi om te zien dat niemand dé oplossing heeft. We moeten echt samenwerken om jongeren te ondersteunen.”
Robert sluit zich daarbij aan: “De grootste fout die we maken is het idee dat kinderen vanzelf leren hoe ze met sociale media moeten omgaan. Aandacht tijdens een vak als maatschappijleer zou daar al enorm aan bijdragen. Daarnaast is ook de overheid aan zet. Gezondheidsbelangen moeten een plek krijgen in de digitale wereld. Waarom stellen we niet de eis dat op sociale media gezondheidsbelangen altijd boven commerciële belangen gaan? Daar mogen we wat mij betreft creatiever naar kijken. We moeten aan de bel rinkelen, onze verantwoordelijkheid pakken.”
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.