Verslag – Sessie Digitaal Nalatenschap: Doorleven als je dood bent

donderdag 24 november 2022

Wanneer een dierbare overlijdt erven nabestaanden vaak de eigendommen van de overledene. De één erft een aantal CD’s, de ander een mooi schilderij en overige eigendommen gaan misschien wel naar de kringloopwinkel. Maar hoe gaat dat met ons digitaal nalatenschap? Wat gebeurt er met onze socialemedia-acounts en waar zijn we eigenlijk eigenaar van? Deze vragen staan centraal in de sessie die Netwerk Mediawijsheid en Veiliginternetten.nl organiseren tijdens het ECP Jaarfestival op 17 november 2022.

Visueel verslag van de sessie door Sarah Hijmans (Netwerk Mediawijsheid)

Met ruim 50 deelnemers zit de zaal in de Fokker Terminal in Den Haag helemaal vol. Esther Mieremet (Veiliginternetten.nl) opent de sessie met een vraag aan het publiek: “Mogen jouw dierbaren toegang tot al jouw WhatsApp-berichten krijgen als je bent overleden?” De zaal lijkt verdeeld. 44 procent zegt ‘ja’, 56 procent heeft dat liever niet.

Vervolgens stelt Donatello Piras, dagvoorzitter van het ECP Jaarfestival, de spreker van de dag voor: Brandon Kwey. De sessie zal de vorm aannemen van een dialoog tussen Piras, Kwey en het publiek.

Kwey werkt voor Digital Life Legacy, een kennis- en expertisecentrum rondom digitaal nalatenschap. Zij helpen nabestaanden met toegang tot telefoon, tablets en computers van hun overleden dierbaren. Kwey is een expert op dit gebied. Zo schreef hij zijn masterscriptie (voor de opleiding New Media & Digital Culture) over digitaal nalatenschap.

Kwey vat kort samen waar we het over hebben: “Digitaal nalatenschap is alle data die je achterlaat als je overlijdt.” Piras vraagt aan de zaal wie er, voorafgaand aan het Jaarfestival, al eens heeft nagedacht over hun eigen digitaal nalatenschap. Een stuk of tien mensen – een vijfde van de aanwezigen – steken hun hand op.

Waarom doen techbedrijven zo moeilijk?

Kwey vertoont een fragment waarin te zien is hoe de familie van de 17-jarige Leon worstelt met de nasleep van de dood van hun zoon. Leon komt door zelfdoding om het leven en alles wat van hem gevonden wordt, is zijn telefoon. Twee jaar lang proberen zijn ouders hier toegang tot te krijgen.

Brandon vertelt: “Dit jaar al hebben we honderden ouders die onze hulp in dit soort kwesties vragen.” Het probleem is dat techbedrijven (zoals Apple, Google, Microsoft) nabestaanden niet zomaar toegang geven tot accounts van overleden dierbaren. Belangrijk, zo gaat Brandon verder, is de vraag: ben je eigenaar of gebruiker van je account? Het antwoord op deze retorische vraag is duidelijk: je bent gebruiker. Met alle (gebrek aan) rechten van dien.

Hij neemt fragmenten uit de gebruikersovereenkomsten van Apple, Google en Microsoft als voorbeeld. Hierin wordt expliciet gemaakt hoe moeilijk het is om toegang te krijgen tot andermans account. In geval van Google is daar zelfs een gerechtelijk bevel uit de VS voor nodig.

In Nederland is de privacywetgeving AVG van kracht. Daarin is te lezen: “De Verordening is niet van toepassing op overleden personen, omdat dit volgens de wet geen natuurlijke personen meer zijn.” Kortom: er is momenteel geen sprake van algemeen geldende wetgeving, op nationaal of internationaal niveau, over digitaal nalatenschap. Wel zijn er incidentele voorbeelden, zoals toen bijvoorbeeld Microsoft ouders toegang heeft gegeven tot de e-mails van hun overleden zoon. Maar hier moest wel een rechter aan te pas komen. En dit incident had verder geen effect op het beleid van Microsoft in het algemeen.

Er is een onderzoek gedaan naar dit onderwerp, in opdracht van het Ministerie van BZK: ‘Data na de dood – juridische aspecten van digitale nalatenschappen’.

Piras vraagt Kwey waarom hij denkt dat techbedrijven zo moeilijk doen over het verschaffen van toegang tot data van overleden personen. Piras vult zelf aan dat deze bedrijven hiermee de privacy van de mensen in kwestie beschermen; is dat niet ook wenselijk?

Kwey denkt dat het wellicht over capaciteit gaat (het verwerken van dit soort verzoeken kost menskracht), maar hij werpt ook op dat techplatformen misschien helemaal niet willen (laten) weten dat ze in werkelijkheid minder gebruikers hebben dan lijkt.

Kwey stelt dat wetgeving op Europees niveau de oplossing kan zijn. Daar wordt aan gewerkt, vult hij aan: het idee is dat er een ‘nieuwe digitale grondwet’ moet komen. Dit staat voor 2025 op de planning. Maar, vult Kwey aan, “het is maar te zien of dat tegen die tijd gerealiseerd kan worden. Een grote bureaucratie als de EU beweegt langzaam.”

Een digitale slotenmaker


Het publiek voelt mee met de moeder in bovenstaand fragment. Te zien is hoe zij een intakegesprek bij Digital Life Legacy doorloopt. Van haar overleden zoon heeft ze de telefoon en laptop meegenomen, met het verzoek deze te laten ontgrendelen. Na afloop van de video wordt het publiek gevraagd welke gedachten deze oproept. Zo’n gedachte: “Het is een dilemma waar je niet bij stil wil staan. Wat nou als zij straks dingen tegenkomt waar ze heel erg van schrikt?” Nog een stem uit het publiek: “Moet je alles willen weten?” Piras kaatst terug, “Wat denkt u?” “Ik denk van niet”, luidt het stellige antwoord.

Nog een vraag uit het publiek: hoe maakt Digital Life Legacy een selectie in het materiaal dat de nabestaanden krijgen? Kwey vertelt dat ze dat helemaal niet doen. “Wij geven alles.” De vorm verschilt wel: soms krijgt de overledene een toegangscode van de telefoon in kwestie. Andere keren moet Digital Life Legacy via een achterdeur in het device inbreken en krijgen de nabestaanden een verzameling aan foto’s, video’s en andere bestanden. Dit is ook omdat Digital Life Legacy expliciet niet de rol van curator wil hebben. Kwey noemt zichzelf dan ook “een digitale slotenmaker”.

Duidelijk wordt hoe gevoelig dit ligt. Uit het publiek: “Hoe wordt omgegaan met de wensen van de overledene?” Kwey: “We werken met de nabestaanden, zij zijn wettelijk gezien de nieuwe eigenaar van het device geworden.”

Feit blijft dat er vaak niets is vastgelegd over de wensen van de overledenen.

Een ongemakkelijk schurend gesprek …


In bovenstaande video is te zien hoe een moeder een laatste ontmoeting heeft met haar overleden dochter in Virtual Reality. De reacties uit het publiek zijn scherp: “Een verbuiging van de werkelijkheid. No-go.” Op de vraag van Kwey of zoiets verboden zou moeten zijn: “Dat gaat misschien te ver.” Iemand anders: “Ik vraag me af wat een traumatherapeut hiervan zou vinden.” Een nadere deelnemer, zelf dramatherapeut, vertelt dat in therapie bijvoorbeeld tegen een lege stoel wordt gepraat, of tegen objecten van de overledene. Dit is een stap verder, maar niet té ver, volgens haar. “Ik snap de therapeutische werking hiervan. Maar het is ontzettend complex en raakt aan veel dingen. In dit specifieke geval is het iets positiefs, iets vrolijks, dat deze mevrouw helpt. Ik heb hier niet veel op tegen.”

“De complexiteit zit ‘m ook in wie welke keuze heeft gemaakt”, vult iemand anders aan. “De mensen die het technisch mogelijk hebben gemaakt, hebben vast ook impact op hoe het eindresultaat eruit komt te zien. Wat als er iets misgaat? Wat als dit een nieuw trauma oplevert? Er zijn zoveel mensen en technieken bij betrokken dat het snel eindeloos complex wordt”. Kwey voegt toe dat de vrouw in de documentaire heel positief is over haar ervaring, ook achteraf.

Het gesprek met het publiek leidt opnieuw tot het onderwerp wetgeving. Kwey: “Meer wetgeving zorgt voor minder onduidelijkheid, dat is iets goeds.” Toch, merkt een deelnemer op, als iets wettelijk wordt vastgelegd kan dat ook het gesprek in de weg gaan zitten. Brandon: “Dat is waar, maar er moet wel iets veranderen. Het is op dit moment zelfs technisch gezien illegaal om in te loggen op andermans account, ook na diens overlijden.”

… dat toch gevoerd moet worden

Om de sessie af te sluiten vertelt Kwey een persoonlijk verhaal. Zijn moeder overleed toen hij nog jong was. Zijn vader en hij ontvingen daarna nog steeds post van hun energieleverancier waar haar naam op stond. Dit ging maandenlang door. Bellen met het verzoek de gegevens aan te passen had geen zin. Zijn vader is uiteindelijk van energieleverancier gewisseld om hier vanaf te komen.

Kwey richt zich tot de zaal: werk je met gebruikers, wees je dan bewust van die gebruikers. Hij stelt de vraag, “Ben jij er als organisatie genoeg bewust van dat je klant ooit zal overlijden?”

Iemand van de Bibliotheek Flevoland vertelt dat ze niet direct weet hoe binnen haar organisatie omgegaan wordt met het overlijden van hun bezoekers. Dit wordt een aantal keer beaamd door andere deelnemers uit het publiek. Van een vastomlijnde (HR-)procedure lijkt op veel plekke geen sprake te zijn.

Het is duidelijk: digitaal nalatenschap is een complex onderwerp met veel ethische én praktische dilemma’s. Dat er wetgeving aan gaat komen op nationaal-, Europees- en mondiaal niveau lijkt onvermijdelijk. Maar voordat die er is zullen er eerst nog vele discussies gevoerd moeten worden. Overal van zaaltjes als deze tot in Den Haag en Brussel. Hoe ongemakkelijk en schurend de gesprekken over alle facetten van dit onderwerp ook zijn, het is belangrijk dat ze gevoerd worden.

Meer lezen:

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.