Wat hebben we aan het advies van de WHO over schermtijd?Mediaopvoeding is meer dan zorgen over schermtijd

maandag 3 juni 2019

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceerde onlangs een advies over de mediaopvoeding van kinderen onder de 5 jaar. Onze reactie vanuit Bureau Jeugd en Media.

Vorige maand publiceerde de WHO richtlijnen voor gezond gedrag — bewegen, stilzitten en slapen — van jonge kinderen (tot 5 jaar). Daarbij is er vanzelfsprekend ook aandacht voor het gebruik van beeldschermen, aangezien die beweging mogelijk beïnvloeden. In berichtgeving in Nederlandse media leek het alsof de WHO zich ineens met schermtijd ging bemoeien, maar het was maar een klein onderdeel in een groter geheel over bewegen en gezondheid. De adviezen gingen dus net zo goed over de tijd die kinderen in een wipstoeltje mogen doorbrengen.

Algemene adviezen

Het idee is dat 24 uur in het leven van een jong kind een goede afwisseling moet zijn van slapen, lichte activiteit, intensieve activiteit en rust. Er zijn zorgen dat kinderen te weinig bewegen en niet voldoende slapen. Dat heeft allerlei gezondheidsproblemen tot gevolg, op korte en langere termijn. Vooral een combinatie van te weinig slapen en te weinig bewegen, is problematisch. Jonge kinderen bouwen bijvoorbeeld in hun jeugd door te bewegen een gezond beendergestel op, waar ze hun hele leven baat bij hebben, of schade van ondervinden als dat niet goed gebeurt. Maar denk ook aan de ontwikkeling van spieren en de motoriek. Of aan de ontwikkeling van cognitieve vermogens, die afhangt van gezonde slaap.

De richtlijnen zijn bedoeld om professionals houvast te geven bij hun adviezen aan ouders en andere verzorgers. Ze zijn bedoeld voor kinderen zonder handicaps, en gelden wereldwijd. In die zin zijn ze dus algemeen.

Tot 1 jaar: geen beeldschermen

Een baby (0-1 jaar) moet minstens een half uur, verspreid over de dag, op de buik liggen en niet langer dan een uur vastgebonden zitten in een stoeltje of wandelwagentje. Zo’n jong kind slaapt ook nog veel: tussen twaalf en zeventien uur, en dan is er nog zo weinig wakkere tijd, dat beeldschermen daar niet bijhoren. Laat ze lekker op de rug liggen, zet ze op schoot, loop er zingend mee door de kamer, en leg ze plat op een kleed (in de box) met iets te spelen (om naar te kijken) en praat zoveel mogelijk met de baby. Vanaf 4 maanden kun je al beginnen met voorlezen (platen kijken).

Vanaf 2 jaar: niet meer dan 1 uur schermtijd

Tussen 1 en 2 jaar hoort een kind binnen 24 uur minimaal drie volle uren lichamelijk actief te zijn. Het slaapt ook nog zo’n elf tot veertien uur. Van de wakkere tijd kan er ook rustige activiteit zijn, als een kind al op een stoeltje kan zitten aan een eigen tafeltje, kleuren, spelen op de grond, maar liever ook niet langer dan een uur achter elkaar vastgesnoerd zitten in een wandelwagentje of ander stoeltje. Nog steeds wordt beeldschermtijd afgeraden. Een kind van 2 jaar kan langzaam wel wat doen met een schermpje, maar niet langer dan één uur, verspreid over de dag. Liever minder. Als een kindje stilzit, is interactie met een ouder of verzorger of voorlezen beter dan tv-kijken of zelfstandig met een tablet spelen.

3 en 4 jaar: nog steeds één uur schermtijd

Kinderen slapen op deze leeftijd nog steeds veel. Ook kleuters die al naar school gaan, hebben zo’n tien tot dertien uur slaap nodig. Als een kind rustig met een tablet in een hoekje zit, kan dat niet een goed dutje vervangen. Nog steeds is één uur beeldschermtijd het maximum, verspreid over de dag. Vastzitten in een stoeltje moet ook beperkt worden tot maximaal een uur, maar beter is het de kinderen zoveel mogelijk zelf te laten lopen. Een kind heeft ruim drie uur actieve beweging nodig, met zeker een heel uur intensieve beweging.

Het draait om de inhoud

In een artikel in het Parool stond commentaar van Patti Valkenburg, hoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam: “Adviezen over schermtijd zijn achterhaald. Daar zijn de meeste wetenschappers, althans die zelf onderzoek doen naar schermtijd, het over eens. Toch blijven zulke rapporten verschijnen.” 

In zo’n citaat is altijd maar weinig ruimte, waardoor nuances verdwijnen. We zijn het met Valkenburg eens dat adviezen over schermtijd zonder meer, ouders niet helpen. Daar komt alleen maar ruzie van, waardoor er geen aandacht is voor wat een kind nou precies doet. Het maakt echt nog wel wat uit of een kind schermtijd gebruikt om een film te kijken over de Middeleeuwen, of om met opa te praten, of dat hij geestdodende spelletjes speelt of eindeloos tekenfilmpjes zit te kijken op YouTube…

Wetenschappers zeggen dan ook terecht: houd je niet bezig met schermtijd zonder meer, maar met wát ze doen: met de inhoud. Houd je bezig met de keuzes die ze kunnen maken, reik hen nieuwe dingen aan die passen bij hun leeftijd en interesses (apps, films, websites, maakactiviteiten), en praat over wat ze doen. Dat is het soort mediaopvoeding waar kinderen wat aan hebben.

We hebben meer te doen

Is dan zo’n WHO-advies niets waard? Zeker wel! Maar je moet het niet zien in het kader van de mediaopvoeding, maar in het kader van gezondheidsadviezen. En bovendien gaat het hier specifiek om jonge kinderen met belangrijke ontwikkeltijd die afhangt van lichamelijke beweging en slaap. Als schermtijd afgaat van tijd die ze lichamelijk actief zijn of zouden moeten slapen, dan is dat een gezondheidsrisico. Dát is waar het advies over gaat. En iedere ouder weet dat als je een kind zijn gang laat gaan, hij of zij snel kiest voor de tv of tablet, in plaats van iets anders. Het houdt de geest gevangen en zuigt alle zintuigen op. Lekker om je peuter of kleuter mee zoet te houden, maar het kind heeft meer nodig.

Prima dus om samen op rustige momenten op de dag samen iets met digitale media te doen en erover te praten, net als met boekjes, maar het is geen goed idee als het leidt tot verdoving, versuffing en een soort trance waardoor ze lange tijd in hun eentje stilzitten en hun zin in bewegen of hun eigen initiatief verdwijnt.

Kortom, gezondheidszorgprofessionals kunnen best een schermtijdadvies geven. Maar professionals in de mediaopvoeding hebben meer te doen.

Bron: World Health Organization (‎2019)‎, Guidelines on physical activity, sedentary behaviour and sleep for children under 5 years of age

Dit artikel verscheen eerder op het blog van Bureau Jeugd en Media.


Meer lezen over mediaopvoeding en schermtijd?

» In gesprek over mediaopvoeding: conversatiestarters voor professionals en ouders
» Mediaopvoeding in de bibliotheek: tips voor de praktijk
» #MediaDiamant & de mediacoach: kapstok voor gesprek over mediaopvoeding

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.