Hoogleraar Renee Hobbs is een internationaal erkende autoriteit op het gebied van media-educatie en oprichter van het Media Education Lab. Haar boek Mind over Media is een mijlpaal op het gebied van mediawijsheid (of digitale geletterdheid) en levert een frisse kijk op begrippen die we allang dachten te kennen. Bovendien vallen uit de vele learning activities in het boek lesideeën te halen over allerlei aspecten van digitale geletterdheid. Naast het boek is er ook een website die uitgebreide achtergrondinformatie bevat.
Informatievaardigheden in het onderwijs
Tot voor kort was er in het onderwijs over informatievaardigheden een duidelijke taakverdeling: de docent liet aan de leerling zien welke stappen er nodig zijn op weg naar de juiste informatie voor een werkstuk of een spreekbeurt. Maar de wereld is drastisch veranderd. Informatie wordt in grote hoeveelheden op iedereen afgevuurd. Bijzonder aan Mind over Media is dat Hobbs sleutelt aan de traditionele rolverdeling tussen docent en leerling. Zij pleit ervoor dat de leerling vaker de kans krijgt zelf op onderzoek uit te gaan.
Media en propaganda
Een belangrijk begrip dat Hobbs binnen mediawijsheid (her-)introduceert in het boek is propaganda. Het woord heeft in Europa nog steeds een vieze bijsmaak, omdat de manier waarop de nazi’s er gebruik van maakten nog vers in het geheugen ligt. Maar als je het nuchter bekijkt, gaat het bij propaganda om een mix van vermaak, informatie en overtuiging.
Hobbs beschrijft hoe in het Engelse onderwijs het onderwerp propaganda is verdwenen en plaats heeft gemaakt voor de rede, het argument, de informatie waarmee een debat al dan niet gewonnen kan worden. Maar bij het overtuigen van een persoon of een groter publiek gaat het ook om emotie (pathos) en het personage (denk in Nederland aan Arjen Lubach of Jort Kelder). Volgens Douglas Rushkoff (die het voorwoord van Mind over Media schreef) léven we in propaganda. Ondertussen is propaganda een medaille met twee kanten: een schadelijke en een heilzame.
De twee kanten van de medaille
In de loop van de geschiedenis wemelt het van de schadelijke gevolgen van propaganda, vooral als die in handen is van autocratische machthebbers. Een recent voorbeeld wordt geleverd door Donald Trump. Door de pandemie voor te stellen als een politiek en cultureel probleem, ontkende hij de ware aard ervan: de bedreiging voor de gezondheid. Door zijn (niet) optreden is hij verantwoordelijk voor ziekte en dood. (1)
Er is echter ook een heilzame kant. Denk bijvoorbeeld aan de talloze landen waar door overheden, verzekeringsmaatschappijen en allerlei andere organisaties op een overtuigende manier informatie wordt verstrekt die een positieve invloed kan hebben op onze gezondheid en leefomgeving.
Zelf op onderzoek uit
Hobbs pleit er voor dat de jongere zélf een onderwerp dat haar of hem fascineert bij de horens pakt en helemaal uitzoekt hoe het daarmee zit. Het gevolg van zo’n aanpak is dat de jongere (onder begeleiding) de stadia van een zoektocht naar informatie doorloopt en over het algemeen gemotiveerd zal zijn om die zoektocht tot een goed einde te brengen.
“‘Mind over Media’ kun je zien als een overzicht, een stand-van-zaken wat betreft digitale geletterdheid.”
Opvallend is dat Hobbs’ even invloedrijke collega David Lankes in zijn Veldgids voor nieuw bibliotheekwerk (zij het met andere woorden) voor precies hetzelfde pleit. Als onderbouwing voor zijn standpunt komt Lankes met de conversation theory, die ervan uitgaat dat iedereen met zichzelf in gesprek is, en een fascinatie heeft voor een bepaald onderwerp. Via die fascinatie is er belangstelling en motivatie om er meer over te weten en wordt er geleerd. Voor de docent of de biblio- dan wel de mediathecaris is het de kunst om aan te haken op die fascinatie. We hebben het hier over een belangrijk en veelzeggend punt van overeenkomst tussen Hobbs en Lankes op het gebied van digitale geletterdheid.
Lestips uit Mind over Media
Mind over Media kun je zien als een overzicht, een stand-van-zaken wat betreft digitale geletterdheid. Hobbs haalt dan ook ook veelvuldig anderen aan.
Haar collega-mediawetenschapper David Buckingham bijvoorbeeld (2): Moedig de leerlingen aan om zorgvuldig te kijken naar hoe de boodschap tot stand is gekomen: vraag je af, ga eens na, wat de bedenkers, makers van bijvoorbeeld een reclamespotje willen dat je voelt. Door het interpretatieproces te vertragen door middel van nauwkeurige analyse, creëren dergelijke activiteiten ruimte voor redenering en reflectie.
Hobbs’ collega’s Emily Glankler en Emily Pool pleiten ervoor dat actuele onderwerpen eenmaal per dag onderdeel zijn van de les. In een dagelijkse discussie van vijf á tien minuten leren de leerlingen daarmee de kunst van het perspectief oefenen. Vraag bijvoorbeeld, wat hebben jullie allemaal hierover gehoord? Ongeacht of je het gelooft of niet?
Mijn mening: vroeger was er in veel scholen tijd voor een vast moment in het lesrooster: het gebed. Zoals het geloof vroeger een rol speelde als het ging om zingeving, zo heeft het nu zin de werkelijkheid in ere te houden, ook met een dagelijks ritueel.
Vakkennis, jongeren en media
Aan het eind van het boek legt Hobbs uit wat de bedoeling was van haar boek. Ze schrijft, “Mensen creëren propaganda om hun visie op een betere wereld te delen; daarbij kaarten ze maatschappelijke kwesties aan die voor hen belangrijk zijn, terwijl ze oplossingen zoeken voor de vele problemen waarmee onze mondiale samenleving vandaag de dag wordt geconfronteerd. De leeractiviteiten die in dit boek worden gepresenteerd illustreren de waarde van het leggen van diepe verbindingen tussen het klaslokaal en de cultuur.”
De maatschappelijke kwesties die Hobbs noemt zijn over het algemeen vakoverstijgend; er is kennis en er zijn vaardigheden nodig om er vat op te krijgen en er is samenwerking nodig tussen docenten en ondersteuners. Het zijn ingewikkelde onderwerpen die niet enkel binnen de muren van een klaslokaal, binnen één vak of door maar één docent belicht kunnen worden. Jongeren hebben ook buiten het klaslokaal een plek nodig waar ze veilig en ongestoord kunnen studeren en hun kritische vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen. Ik denk dat Hobbs het hier dan ook beter over een héle school kan hebben, dan zich te beperken tot een klaslokaal.
Conclusie
Renee Hobbs heeft een standaardwerk geschreven dat nog lang mee kan, niet alleen door de vele lesideeën, maar ook doordat zij meer ruimte geeft aan het perspectief van de jongeren.
Bronnen (naast Mind over Media):
1. A. Sorkin, The Shifting Pandemic
2. Buckingham, The Media Education Manifesto 2019
Lees hier de andere delen in de serie ‘Wegwijs in informatie’
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.