Wegwijs in informatie, deel 7: Onderstroom

vrijdag 9 augustus 2019

In dit artikel wil ik eerst laten zien welke nieuwe mogelijkheden er zijn op school voor zelfstandig, ongestoord leren. Daarna heb ik een paar algemene reacties op de ‘Conceptvoorstellen leergebied Digitale geletterdheid’, 7 mei 2019 van Curriculum.nu.

Hieronder zal het vooral gaan over het ondersteunen van onderwijs in de dagelijkse praktijk, met gebruikmaking van de ‘onderstroom’. De onderstroom is wat Robbert Dijkgraaf ook wel ‘de stille kracht’ noemt. Hij bedoelt daarmee de kracht waarmee technologie nieuwe, vaak totaal onverwachte ontwikkelingen in gang kan zetten. Met onderstroom bedoel ik niet alleen dat, maar ook de manier waarop de mens zèlf kan veranderen, al dan niet onder invloed van technologie.

Een voorbeeld: de empathische gevoelens van jongeren zijn sterker geworden (dat blijkt uit dit onderzoek van Valkenburg en Vossen). Dat houdt in de onderwijspraktijk in dat als leerlingen anderen storen, zij zelf in ieder geval weten dat dit het geval is. Dat is vooruitgang en biedt mogelijkheden, zeker in de mediatheek.

De mediatheek

Het onderwijs is ieder uur weer anders: er kan een periode zijn van griep waardoor leraren ontbreken. Er kan een periode zijn van overhoringen waardoor een groot deel van de klas beter elders kan plaatsnemen. En het kan zo zijn – wat vaak gebeurt – dat een deel van de leerlingen in de klas de stof nog niet snapt en de leraar de andere leerlingen naar de mediatheek stuurt met een specifieke, passende, digitale opdracht.

Maar de belangrijkste extra functie van de mediatheek is dat gemotiveerde leerlingen er extra ruimte bij hebben om alleen of met vrienden aan de slag te gaan. De ene leerling zal met een groep wellicht wat onrustig zijn, de andere heeft juist stilte nodig. Beide is mogelijk als de mediatheek over verschillende ruimtes beschikt en de mediathecaris over de gave om het rustig te houden.

De vraag of de mediatheek een geschikte studie- dan wel leesruimte kan zijn beantwoord ik met een vergelijking met de stiltecoupé in de trein. Ik maak regelmatig een lange treinreis en ga dan in de stiltecoupé zitten lezen. Meestal is het er stil, maar er kunnen mensen plaatsnemen die niet weten dat stilte daar verplicht is; er kunnen ook mensen gaan zitten die dat niets kan schelen.

In beide gevallen zullen anderen – zoals ik – ingrijpen. Dat is nodig; ook in de mediatheek. Doe je dat niet dan zijn degenen die de mediatheek het meest nodig hebben, omdat ze thuis geen studieruimte of ondersteuning hebben, het eerste slachtoffer.

Illustratie

Er staan 110 (Linux) pc’s opgesteld in de verschillende ruimtes van onze mediatheek. De school heeft circa 800 leerlingen. Er is een digitale agenda waarin of waarmee docenten ruimtes kunnen claimen. De opstelling van de pc’s is verschillend om uiteenlopende projecten te kunnen faciliteren. Rondom de balie zijn tienduizend boeken te vinden. Doordat vaak niet alle ruimtes besproken zijn, kan ik meestal ook beschikken over een extra stilteruimte – al kan ik nooit voorspellen welke dat zal zijn. De grijze ruimte bovenin is de ruimte waar het in ieder geval rustig moet zijn.

Wegwijs in informatie onderstroom

Illustratie: Roeland Smeets (klik op de afbeelding om te vergroten)

De mediatheek als bindmiddel

  • Tijdens pauzes stroomt de mediatheek vol; de leerlingen mogen er ook eten en drinken. Een intrigerende paradox is dat als het druk is, het ook rustig is!
  • Als leerlingen hun huiswerk doen in de mediatheek en een ict-basisprobleem tegenkomen (over statistiek in Excel bijvoorbeeld), dan hoef ik alleen maar leerlingen die het probleem aankunnen met hen in contact te brengen. Lukt dat niet, dan ben ik er. Natuurlijk kan ik ook vragen op het gebied van literatuur, ict- en informatievaardigheden beantwoorden.
  • Voor de leraren is er een extra reden om blij te zijn met deze rol voor de mediatheek: er is geen afleiding door het gebruik van tablets of laptops in het klaslokaal. Als er plotseling wél computers nodig zijn, kan de leraar op ieder moment beslissen met de klas naar de mediatheek te gaan.
  • De mediatheek is altijd open tijdens kantooruren en iedereen is welkom. Ik heb het hier over mogelijk extra leerrendement, tijdens tussenuren en na schooltijd.
  • Een grote ruimte binnen de school die gewijd is aan het onderwijs is natuurlijk ook een ruimte waar ontvangsten of jaarlaag-toetsen georganiseerd kunnen worden.

Er zijn driehonderd schoolmediathecarissen actief in Nederland die zich vooral bezighouden met leesbevordering en georganiseerd zijn binnen de BMO: geef hen een grotere mediatheek en ze kunnen veel meer betekenen voor ons onderwijs!

Leren en lezen

Leren en lezen. Er is maar één letter verschil, maar voor beiden geldt dat als je bereid bent om er extra tijd aan te besteden, je in jezelf en in je (school)carrière investeert. Op het gebied van lezen hebben de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad onlangs gepleit voor een leesoffensief. Op het gebied van leren doet Curriculum.nu haar best om ons onderwijs in de pas te laten lopen met allerlei nieuwe, vaak technologische, ontwikkelingen.

Ik heb een paar algemene reacties op de Conceptvoorstellen leergebied Digitale geletterdheid‘, 7 mei 2019 van Curriculum.nu:

Op pagina 61 gaat het over ‘samenhang’: door taal (leergebied Nederlands) en digitale geletterdheid met elkaar te verbinden, ontstaat een inhoud die relevant en bruikbaar is voor alle andere leergebieden waarin (digitale) informatievaardigheden een rol spelen. Om een – ook voor de leerlingen duidelijke – samenhang te realiseren zijn niet alleen informatievaardigheden nodig, maar is er ook informatiemanagement nodig; te organiseren door de school. Hoogleraar Kirschner pleit daarvoor in het rapportHet voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen’: ‘Informatiemanagement is het kunnen vastleggen, beheren en delen van verkregen informatie.’ (Blz. 2 van dit rapport)

Mijn commentaar hierop is dat het onderdeel informatiemanagement op een school als vanzelf vorm zou kunnen krijgen. Dat gebeurt als alle werkstukken die de leerlingen tijdens hun schoolcarrière produceren in één portfolio terechtkomen, waarbinnen de school ook beoordelingscriteria als informatievaardigheden, mediawijsheid en andere aspecten van digitale geletterdheid heeft aangebracht. Natuurlijk moet de school het dan eerst eens worden over haar definities van de verschillende aspecten van digitale geletterdheid. Leerlingen en leraren hebben daarmee een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot digitale geletterdheid. En – wat wellicht belangrijker is – aan het eind van haar schoolcarrière heeft de leerling de mogelijkheid om te reflecteren op haar vaardigheden. Een heel ander aspect van informatiemanagement is het onderhouden van de schoolwebsite. Ik doe dat sinds 2000 en zie het als een integraal onderdeel van m’n werk.

Een algemene reactie n.a.v. pagina 53, ‘Toelichting op het werk van het ontwikkelteam Digitale geletterdheid’. Bij de bronnen die genoemd worden en wetenschappers die werden geraadpleegd, mis ik de dwarsliggers: de onderwijskundigen die het op een aantal fundamentele punten oneens zijn met de voorgestelde aanpak. Dat is ernstig, want digitale geletterdheid moet een plek krijgen in het hele onderwijs. Ik zou willen voorstellen om ook inbreng van Kirschner, De Bruyckere of Wilbrink mee te nemen.

Conclusie

De mediatheek is een ruimte waar leerlingen een plek willen en kunnen vinden om ongestoord te lezen en te leren. Als iemand erop toeziet dat het er rustig is, zullen er meer leerlingen op afkomen; bijvoorbeeld omdat het handig is om met klasgenoten alvast samen je huiswerk te maken. Zo krijg je een olievlekwerking en komt het aandeel van de ‘werkwilligen’ in de meerderheid. Ik heb in de afgelopen vijftien jaar die meerderheid met vallen en opstaan tot stand zien komen en dat maakt me blij.

Een belangrijk effect van zo’n extra onderwijsruimte is dat die zijn weerslag heeft op de hele school (lees ook dit blogartikel). Zelfstandig – of met vrienden – werken wordt normaal, omdat het ongestoord kan in de pauze, tijdens tussenuren of na school. Ouders weten dat er een moment komt tijdens de opvoeding dat ze steeds meer vertrouwen kunnen hebben in hun kind. Zoals ook hoogleraar Simone van der Hof beweert in een net op Mediawijzer.net gepubliceerd blogartikel. Zo kan het ook op school gaan: vertrouwen dat jongeren zélf willen leren en/of lezen en beginnen aan een leven lang leren.

In dit artikel heb ik geprobeerd duidelijk te maken dat er een onderstroom bij de leerlingen gaande is – en een technologische onderstroom in het onderwijs – die zelfstandig en ongestoord werken, met goed beleid, mogelijk maakt. Daardoor kan extra leer- (en lees-)rendement gerealiseerd worden, in combinatie met een prettige sfeer.

Lees meer van deze blogserie:

» Wegwijs in informatie, deel 6: De brugklas
» Wegwijs in informatie, deel 5: Kennis

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.