Wegwijs in informatie, deel 8: Kennismaking

donderdag 7 november 2019

Als mensen kennismaken met elkaar en dat bezegelen met een handdruk, dan volgt er meestal meer waardoor beide partijen elkaar beter leren kennen. Een kind dat voor een middelbare school heeft gekozen, doet dat omdat de kennismaking bevallen is en de school zal – zeker in het begin van het nieuwe schooljaar – haar best doen om het kind zich veilig en welkom te laten voelen.

Kennismaken is elkaar leren kennen. Tot nu toe heeft het onderwijs niet erg haar best gedaan om erachter te komen wat nieuwe leerlingen kennen en kunnen op het digitale vlak. Een van de bevindingen uit de Monitor Jeugd en Media 2017 was dan ook dat jongeren hun digitale vaardigheden niet opdoen op school, maar met name in hun vrije tijd, bij hun vrienden en thuis.

Dit blogartikel is een verslag van wat er gebeurt als je jongeren, vijf nieuw aangekomen eerste klassen, de kans geeft een werkstuk te schrijven over een onderwerp dat hen bezighoudt en waar ze verstand van hebben.

kennismaking

Illustratie: Roeland Smeets (klik om te vergroten)

Het gaat niet om ict-basisvaardigheden

Een paar maanden geleden vroeg een conrector van de school waar ik werk om een plan van aanpak op te stellen, want leraren van de brugklassen hadden geklaagd over het grote verschil in digitale vaardigheden binnen de eerste klassen. Ik heb daar eerder over geschreven in ‘De Brugklas’. Het project met de eerste klassen is achter de rug, en ik kan verklappen dat we een heel duidelijke conclusie hebben: de digitale vaardigheden van de leerlingen zijn er wel, maar ze zijn heel verschillend. Waar ze op vastliepen waren de dingen die ze nog niet wéten.

Eigenlijk is de strekking van dit verhaal heel simpel: het gaat niet om ict-basisvaardigheden (ik denk dat het woord alleen al op jongeren de uitwerking heeft van een rode lap op een stier) maar om de motivatie – de zin – om een werkstuk te maken. Als die er is, zijn de bijbehorende vaardigheden bijkomstigheden, niet meer dan dat.

Start!

Geschiedenisdocent Jitse Senf en ik ‘kregen’ afgelopen oktober een uur met steeds een van de (vijf) eerste klassen om hun (gebrek aan) ict-vaardigheden in kaart te brengen en een plan van aanpak te bedenken. Wij bedachten dat we de leerlingen dan gewoon een werkstuk zouden moeten laten maken en dan ondertussen de primaire vaardigheden (opslaan in Mijn documenten, versturen et cetera) duidelijk zouden moeten maken. Op het laatste moment bedachten we dat we de leerlingen dan zouden vragen een werkstuk te maken over een zelfgekozen onderwerp. Dat laatste was een cruciale beslissing, want toen was er motivatie: ze gingen allemaal enthousiast aan de slag.

Persoonlijke verhalen

Een meisje riep meteen Istanbul! Want daar had ze jaren gewoond. Er was een jongen die het hele uur bleef doortikken aan een verhaal over zijn vakantie. En zo waren er allemaal persoonlijke verhalen: over kat Roos, Superwoman (met inleiding!), een reis naar Zweden, de Teletubbies, The Avengers (met duidelijke structuur), een mooi verhaal over de jachtmethodes van de leeuw, ‘Een dag op school’, het favoriete spel, films, ‘Mijn huis’, pinguïns (grotendeel geplagieerd) en Ajax natuurlijk… Eén jongen ging de hele klas langs met zijn smartphone in de aanslag, hij sprak alle medeleerlingen aan. Het ging over zijn populariteit in de klas. Met de smartphone registreerde hij de cijfers die hij kreeg van zijn klasgenoten. Hij was niet ontevreden over het resultaat: een zes.

Evaluatie

Al tijdens de lessen waren we verbaasd door het verloop ervan: bij alle vijf klassen was er een enorme motivatie tot het eind van de les. Ik dacht in het begin dat het nodig was uit te leggen hoe je een plaatje in een werkstuk zet, maar dat bleek niet het geval: de leerlingen hadden allemaal eigen uiteenlopende methodes om dat te doen. En dat was exemplarisch. De een werkt thuis op een Apple, de ander werkt vooral met Google Docs en allemaal leerden ze hoe ze met hun kennis en vaardigheden met ons Linux netwerk, met Open Office aan de slag kunnen. Het probleem – voor zover er een probleem was – was niet dat het hun ontbrak aan (basis)vaardigheden; het ontbrak aan kennis

Zij wisten niet dat:

  • je beter een eigen verhaal kan vertellen dan het van internet over te nemen. Het meisje dat over Istanbul schreef dacht dat de woorden die zij tegenkwam in toeristische teksten haar stad prima beschreven, zij wist niet dat wij op een persoonlijk verhaal hoopten;
  • een goed verhaal gebaat is bij een goede structuur. En natuurlijk viel er van alles te verbeteren aan de spelling.

Het probleem…

…dat zowel Remco Pijpers als onze conrector onderbouw aankaartten was niet zozeer dat de ict-basisvaardigheden bij beginnende leerlingen tekortschoten. Het probleem ligt bij het onderwijs, bij de school: laat eerst eens de leerlingen in hun waarde, laat ze een persoonlijk visitekaartje afgeven in de vorm van een werkstuk. Geef jongeren de kans om hun referentiekader uit te tekenen. Want daar gaat het hier om: niet om die ict-basisvaardigheden. Als je het accent daarop legt, zullen er veel leerlingen zijn die denken: daar heb ik nou helemaal geen zin in. Niet omdat ze het niet kunnen, maar omdat zij eerder altijd een eigen, meestal andere aanpak hadden, met andere soft- en hardware.

Het vervolg op school

Alle leerlingen hebben hun document opgeslagen in Mijn documenten, in hun eigen account dat door de school beheerd wordt. Als de leerlingen hun werkstuk naar de docenten sturen hebben die laatsten een inkijkje in wat hun leerlingen wél kunnen, en ze kunnen dat inkijkje ook gebruiken om op verder te borduren. In deel 5 van deze serie heb ik hoogleraar Kirschner aangehaald met zijn opmerking “Onze voorkennis en ervaringen bepalen ook hoe goed we de informatie die beschikbaar is op het internet kunnen opzoeken, vinden, selecteren en verwerken”.

Een consequentie die ik daar uit trek is dat het goed is als de nieuwe leerling de kans krijgt zijn of haar kennis te etaleren, want reken maar dat diezelfde leerling ook graag meer leert over het onderwerp dat hem of haar interesseert. Het zou dan ook ideaal zijn als docenten Nederlands het werkstuk zien als een begin om op verder te bouwen door bijvoorbeeld samen met de leerling ook nieuwe trefwoorden te suggereren. Daarmee hebben we het dan over een start van informatievaardigheden.

Conclusie

In dit artikel heb ik meerdere betekenissen gegeven aan het woord kennismaking: De school kan er een nieuwe betekenisvolle manier in zien om in te haken op de mogelijkheden en beperkingen – op het digitale vlak – van de nieuwe leerlingen. En, belangrijker wellicht: die laatsten hebben de kans zich voor te stellen, te laten zien waar ze trots op zijn, wat hen motiveert of verbindt, op het digitale vlak.

Tot slot is het zo dat de school en de nieuwe leerling hiermee de mogelijkheid krijgen om bestaande kennis uit te breiden. Een goed begin!


Lees meer van deze blogserie:

» Wegwijs in informatie, deel 7: Onderstroom
» Wegwijs in informatie, deel 6: De brugklas
» Wegwijs in informatie, deel 5: Kennis

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.