Wegwijs in informatie, deel 2: Klassikaal zoeken en vinden

donderdag 29 oktober 2015

Vele eeuwen hebben bibliothecarissen zich beziggehouden met het beschikbaar stellen van goede informatie. Terwijl beschikbaarheid nu meestal geen probleem meer is, wordt het kunnen zoeken binnen die informatie – het scheiden van het kaf van het koren – steeds moeilijker en belangrijker. In dit artikel beschrijf ik een aanpak waarbij leerlingen zélf met pc of tablet op zoek gaan naar antwoorden op vragen.

Het is de bedoeling van dit project om leerlingen die aan het begin van hun middelbare school carrière staan te laten zien dat het zin heeft om op meerdere manieren, met meerdere trefwoorden te zoeken. De kracht van dit project zit hem in het feit dat leerlingen inzien dat hun klasgenoten  – doordat zij op verschillende manieren zoeken – met verschillende antwoorden kunnen komen.

Geschikte vragen

Geschikte vragen zijn moeilijk te vinden, want:

  • Het antwoord moet niet in één keer te vinden zijn.
  • De vraag moet uitdagend en niet te moeilijk of te makkelijk zijn.
  • Vragen kunnen makkelijk onbruikbaar worden want antwoorden zijn steeds makkelijker te vinden, of het de juiste zijn, is natuurlijk de vraag.

Uitgangspunten

  • Zo’n beetje iedereen vindt zichzelf goed in staat om aan de benodigde informatie te komen. Bij dit project gaan we er van uit dat dit ook echt zo is.
  • Nog zo’n vaststaand vooroordeel is dat – als je een paar relevante zoektermen intypt – je daarmee vanzelfsprekend de juiste informatie krijgt. Vergelijkbaar met: ik doe € 2.50  in de automaat en dus krijg ik ’n kroket, precies wat ik wil.
  • Onlangs, op een conferentie van schoolmediathecarissen stelde hoogleraar Ross Todd dat leerlingen eerder leren van elkaar dan van degene die voor de klas staat. Laten we gebruik maken van dat feit.
  • Binnen een groep is allerlei kennis aanwezig, met dit project boor je die aan.

Tips

  • Stel de vraag zo, met omhaal van woorden, dat leerlingen zélf hun trefwoorden kiezen. Mijd al te voor de hand liggende zoekwoorden.
  • Ideeën voor goede vragen heb ik gevonden bij de Nationale Wetenschapsquiz Junior. Een goede vraag is een vraag waar leerlingen wellicht niet meteen het juiste antwoord op vinden, maar waar ze wel – als groep – steeds dichter bij komen. Als je merkt dat leerlingen dichter bij het juiste antwoord komen, vraag dan welke zoektermen ze hebben gebruikt. Andere leerlingen zullen die overnemen en wellicht kun jij als begeleider, nadat je vaak “warm”, “warm” hebt gezegd, “Bingo!” roepen.
  • Laat de leerlingen eerst de vragen opschrijven, geef ze dan twintig minuten om antwoorden te vinden en laat ze niet met elkaar overleggen.

Daarna laat je ze met antwoorden komen. Iets wat de leerlingen verbaast is dat ze met verschillende antwoorden komen.

Twee voorbeeldvragen

Een makkelijke: Hoe kan het gebeuren dat soms – als je je kat aait – er vonken overspringen?

Een moeilijke: De Pythia in het Oude Griekenland was een orakel (zoek op). Zo iemand wordt  ook wel een medium (meervoud is media) genoemd. Wij kennen dat woord  vooral in de betekenis van “communicatiemiddel ” of “informatiedrager”  (“Mediawijsheid”). Leg uit wat de overeenkomst is tussen de Pythia als medium en de media zoals we die tegenwoordig kennen.

De start van een leerlijn Informatievaardigheden

Zie dit vraaglesje als een begin van een leerlijn informatievaardigheden. Hoe je die verder vorm geeft is aan jou, of aan de school waar je werkt. In ieder geval is het belangrijk leraren in te schakelen: na het behandelen van een bepaald onderwerp, zou de leraar met een klas eens kunnen kijken wat voor informatie er op internet over te vinden is en of die bruikbaar is. Ik weet dat een leraar wel huiswerk heeft opgegeven met de vraag: vind zoveel mogelijk informatie over dit onderwerp, wat vind je de beste en waarom? Aan het eind van de middelbare school is er het Profielwerkstuk; tegen die tijd zouden de leerlingen het goed moeten kunnen: zoeken naar de juiste informatie.

Lees meer over informatievaardigheden in:

Tot slot

Belangrijk bij dit project is om in te schatten welke vragen voor jouw doelgroep geschikt zijn. Ik heb laten zien waar je ideeën kan opdoen. Zelf heb ik op dit moment een stuk of zes bruikbare vragen en ik ben er zuinig op. Maar als jij een voor dit doel geschikte vraag hebt, dan wil ik er graag een van mij ruilen voor een van jou. Mail me via rsmeets@barlaeus.nl.

Voor digitale vaardigheden als beeldbewerking en knoppenvaardigheden geldt even goed dat er al veel kennis is bij individuele leerlingen in een brugklas. De lesjes daarin geef ik tijdens uren die anders waren uitgevallen. Meer hierover lees je in ‘Netwerkmaatschappij deel 3‘.

Reacties 2

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.