Op woensdagmiddag 24 januari 2018 werd het eerste Wetenschappelijke Congres Mediawijsheid 2018 georganiseerd door de Nationale Academie voor Media en Maatschappij. Acht onderzoekers en universitair docenten presenteerden in Utrecht hun laatste onderzoeksresultaten over de invloed van moderne media op de jeugd. Zo spraken zij onder andere over het belang van leesvaardigheid als basis voor digitale vaardigheid, over het effect van constructief nieuws op kinderen, over autonomie-ondersteuning in lesmateriaal en opvoeding, over waarom we kinderen beter kunnen leren wat ze online wél moeten doen, over het herkennen van nieuwe reclamevormen, over de negatieve effecten van sociale media op schoolresultaten op korte en op lange termijn en over de foutieve aanname dat tieners minder empathisch worden van sociale media.
De doelstelling van het Wetenschappelijke Congres Mediawijsheid, dat voortaan elke twee jaar wordt georganiseerd, is om de laatste wetenschappelijke inzichten beter te verspreiden onder praktijkmensen. Het congres werd georganiseerd in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit Gent, Universiteit Tilburg, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Amsterdam en Universiteit Utrecht en de sprekers zijn allen lid van de Wetenschappelijke Raad van het Nationaal Media Paspoort.
Heb je het gemist? Ik licht hieronder de belangrijkste inzichten, conclusies en verwijzingen kort toe:
1. Een duidelijk label helpt nieuwe reclamevormen te herkennen
Liselot Hudders, docent vakgroep Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent, sprak over de invloed van digitale reclame op de jeugd. Haar belangrijkste onderzoeksvraag is: hoe kunnen we kinderen en jongeren leren zich te wapenen tegen nieuwe reclamevormen?
Een belangrijk kenmerk van nieuwe reclamevormen – zoals gesponsorde content in vlogs en op Instagram, advergames en brand placement – is dat ze de programmering niet onderbreken. Reclame is entertainment geworden. Vanwege de positieve gevoelens die kinderen en jongeren op die manier bij een merk krijgen, zijn ze sneller beïnvloedbaar en hebben ze meer moeite met het herkennen van diverse reclamevormen.
Die herkenning is juist de eerste stap naar reclamewijsheid. Een label kan hierbij helpen. Maar vormgeving – zoals kleur, lettertype en uitroepteken -, woordkeuze en plaatsing van het label blijken cruciaal.
Samen met 24 kinderen en 31 tieners werden diverse labels ontworpen en getest:
Het zwarte label met de gele letters ‘Reclame!’ bleek het meest effectief voor deze jonge doelgroep. De herkenning was hoger en de betekenis van label was veel duidelijker dan wanneer woorden als product placement of advertentie werden gebruikt.
Tip: het dossier Reclamewijsheid op Mediawijsheid.nl. Hoe leer je kinderen commerciële bedoelingen doorzien?
2. Kinderen varen wel bij constructief nieuws
“Kinderen vinden nieuws heel belangrijk, maar ze vinden dat het te weinig over hen gaat”, zegt Mariska Kleemans, universitair docent Communicatiewetenschap aan het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit.
Zij onderzocht samen met het Jeugdjournaal hoe je nieuws moet vormgeven om de jeugd te inspireren een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij. Het antwoord blijkt te liggen in constructief nieuws. Het gaat niet zozeer gaat om wat journalisten verslaan (goed of slecht nieuws) maar over hoe ze dat doen. Bij constructieve verslaggeving is er aandacht voor:
- Positieve elementen (nadruk op overlevenden i.p.v. slachtoffers)
- Hoop, opluchting
- Oplossingen
- Wat wordt gedaan, wat kun je zelf doen?
Kinderen voelden na afloop van constructieve nieuwsvideo’s minder boze emoties en waren vaker bereid om zelf actie te ondernemen.
Ook bleek uit het onderzoek dat wanneer kinderen toch niet-constructief nieuws zagen, ze zich beter voelen als ze er na afloop met klasgenoten over konden praten.
Leestips:
Hoe behoud je diepgang in vlot nieuws voor jongeren?
Vertel kinderen dat de wereld vooruit gaat
3. Leesvaardigheid absolute voorwaarde voor digitale geletterdheid
Als universitair docent Sociologie aan de Radboud Universiteit en onderzoeker aan het onderzoeksinstituut Radboud Social Cultural Research, stelt Natascha Notten heel duidelijk dat actieve mediabegeleiding invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. Als ouders deze begeleiding niet kunnen geven, moet de school deze taak overnemen om gelijke kansen te bevorderen.
Zij concludeert uit diverse onderzoeken – zowel Nederlands als internationaal – dat:
- Leesopvoeding een zeer positieve invloed op schoolprestaties heeft
- Net als informatieve media-inhoud
- Tv kijken een minder positieve invloed op schoolprestaties heeft
Daarmee onderstreept Notten de sterke samenhang tussen offline en online geletterdheid. Leesvaardigheid is een absolute voorwaarde voor digitale geletterdheid. Ouders kunnen dus met vroege taalopvoeding, home literacy, zoals voorlezen, samen praten en (woord)spelletjes doen, een goede basis leggen voor de digitale toekomst van hun kind.
Notten concludeert dat vooral opleidingsniveau en de beroepsstatus van de ouders bepalend zijn voor home literacy. Actieve mediabegeleiding is het laagst in gezinnen van gescheiden ouders, gezinnen met veel kinderen en gezinnen waarvan de ouders een voorkeur hebben voor media-inhoud met een hoge amusementswaarde.
Echter, ook kinderen die van huis uit deze begeleiding niet krijgen, verdienen een eerlijke kans op (digitale) geletterdheid. School is de plek waar ongelijkheid in opvoeding kan worden weggenomen. Media-educatie op scholen is daarom van essentieel belang.
“Kinderen en jongeren actief begeleidingen helpt écht om risicogedrag te voorkomen.” – Natascha Notten
4. Zelfovertuiging geeft de jeugd empowerment
Esther Rozendaal, universitair docent Communicatiewetenschap aan het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit onderzocht in haar studie hoe media-educatie aan basisschoolkinderen autonomie-ondersteunend kan zijn.
Zij stelt dat kinderen de gevaren van gamen best weten, en dat ze ook best weten hoe ze nieuws moeten beoordelen. Maar ze doen het niet omdat ze geen intrinsieke motivatie hebben. Ouders die argumenten aandragen zoals “Niet te lang gamen, want…” roepen vaak weerstand op.
In plaats daarvan adviseert zij ouders om te zorgen voor zelfovertuiging. Daarmee wordt de kans groter dat kinderen zich gaan gedragen naar hun eigen antwoorden, voornemens en overtuigingen.
- Laat het kind emoties benoemen
- Als ik reclame zie, dan voel ik me…
- Als, dan..
- Als ik een berichtje stuurt, dan zeg ik altijd iets aardigs
- Als ik reclame zie, dan let ik even niet op
- Waarom vind jij het belangrijk om na te denken over foto’s op internet?
5. Groter online bewustzijn leidt tot groter online risico
Na haar studie werkte Janneke Schilder 3,5 jaar als onderzoeker en docent bij de afdeling ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Zij deed onderzoek naar wat kinderen doen op internet, hoe risicovol dat is en in hoeverre ze zich daar bewust van zijn.
Risico’s op internet vallen uiteen in drie gebieden:
- Commerciële risico’s – zoals reclame en online aankopen
- Content risico’s – zoals ongeschikt en/of ongepast beeldmateriaal
- Contact risico – zoals grooming
Deze laatst komt minst vaak voor, maar heeft wel de grootste impact.
Wanneer we kinderen alleen vertellen wat ze niet moeten doen, is het bewustzijn inderdaad groter. Maar het risicogedrag ook.
Schilder adviseert daarom om kinderen al op jonge leeftijd de vaardigheden te leren om het wél goed te doen. Laat zien hoe ze internet wél veilig en slim kunnen gebruiken, blijf meekijken, start vroeg en blijf herhalen.
Leestip: Cybersecurity: bied kinderen niet alleen de uitleg, maar ook de handvatten
6. Media multitasking geen effect op schoolresultaten op lange termijn
Winneke van der Schuur, universitair docent gezinspedagogiek aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, onderzocht de mogelijke gevolgen van media multitasking op de ontwikkeling van jeugd. Daarbij keek zij met name naar de gevolgen voor hun aandacht(sspanne), schoolresultaten, slaap en emotioneel welzijn.
Ze onderzocht de effecten onder 1440 adolescenten wanneer zij:
- Meerdere media tegelijkertijd gebruiken
- Media tijdens schoolactiviteiten gebruiken
- Media tijdens sociale activiteiten gebruiken
De resultaten:
- Wanneer je meerdere media tegelijkertijd gebruikt, heeft dit vooral negatief effect op aandacht en slaap
- Wanneer je meerdere media tijdens school gebruikt, heeft dit vooral negatief effect op aandacht en schoolresultaten
- Wanneer je meerdere media tijdens sociale situaties gebruikt, heeft dit vooral negatief effect op vriendschappen en emotioneel welzijn
Media multitasking heeft echter geen effect op de lange termijn voor schoolresultaten, waarschijnlijk omdat dan andere factoren – zoals intelligentie – een belangrijkere rol spelen.
7. Digitale media en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jeugd
Sindy Sumter, universitair docent Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam onderzocht de risico’s en de kansen van digitale media voor jeugd.
Is de aanname dat sociale media een Generation Me creëren terecht? Deze generatie kenmerkt zich door:
- Schaamteloze zelfonthulling
- Narcisme
- Gebrek aan empathie
Onderzoek laat inderdaad zien dat er een relatie tussen narcisme en sociale media is. Maar dat geldt niet alleen voor tieners, ook voor volwassenen. Bovendien is oorzaak-gevolg nog onduidelijk.
Dat tieners minder empathisch zouden zijn, is gebaseerd op aanname dat offline vaardigheden zich niet vertalen online, maar volgens Sumter is er geen wetenschappelijk bewijs voor deze aanname. Sterker nog, er is juist aangetoond dat tieners meer empathisch zijn als ze veel sociale media gebruiken.
8. Jongeren worden niet per se onzeker van sociale media
Dian de Vries, universitair docent Jeugd en Gezin aan de Universiteit Utrecht, onderzocht de effecten van sociale media op jonge mensen. Ze ging daarbij uit van de aanname dat jongeren onzeker kunnen worden van sociale media. Iedereen heeft een fantastisch leven, ziet er mooi uit. Zelfs als je weet dat anderen ook saaie momenten hebben, kun je ontevreden worden.
Jongeren die zich steeds vergelijken met leeftijdsgenoten zijn inderdaad ongelukkiger. Maar jongeren die zichzelf niet met anderen vergelijken, worden juist blij van al die positieve posts. Zij denken: “Fijn, de wereld is vrolijk en leuk want andere mensen maken leuke dingen mee.”
Haar advies is om jongeren te helpen stil te staan bij hoe sociale media hen laat voelen. Ze hebben zelf controle, ze kiezen zelf wie ze volgen. Dat vraagt om bewustzijn, een taak die ouders en opvoeders vooral kunnen oppakken door een open gesprek aan te gaan.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.