82 procent van de Nederlanders vindt dat betere omgangsvormen op sociale media nodig zijn. Dit blijkt uit nieuw onderzoek dat Netwerk Mediawijsheid presenteerde aan de start van de Week van de Mediawijsheid (5 t/m 12 november 2021). Tweederde van de mensen in Nederland vindt sociale media op dit moment onvoldoende sociaal. Een groot deel van de mensen vindt dat platformen vaker en sneller moeten ingrijpen bij extreme content. Het vaakst hebben we te maken gehad met complotdenken en de verspreiding van mis- en desinformatie.
De Week van de Mediawijsheid draaide dit jaar om de vraag ‘Hoe houden we het samen sociaal online?’. In het kader van de campagne nam minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker het pamflet met de belangrijkste onderzoeksresultaten en actiepunten in ontvangst.
De roep om betere omgangsvormen is belangrijk, omdat 94 procent van de Nederlanders zegt dagelijks gebruik van sociale media te maken. Mary Berkhout-Nio, programmadirecteur Netwerk Mediawijsheid: “We zijn onlosmakelijk verbonden aan sociale media. We ervaren er veel voordeel en gemak van, maar ze zijn ook een bron van ergernis, vertwijfeling en angst. Bijvoorbeeld door schadelijke activiteiten zoals online haat, pesten en de verspreiding van nepnieuws. Als we sociale media een fijne plek voor iedereen willen laten zijn, moeten we nu met elkaar aan de slag, want er staat veel op het spel.”
Ergernissen over online omgangsvormen
Het onderzoek vroeg Nederlanders naar de grootste ergernissen op sociale media. De manier waarop we met elkaar omgaan, vormt daarin een rode draad.
Nederlanders beoordeelden de volgende kenmerken van sociale media als negatief:
- We vergeten de mens achter een account of profiel te blijven zien (74 procent)
- De normen op sociale media zijn onduidelijker dan in de offline wereld (73 procent)
- Er is onvoldoende mogelijkheid voor (ouderlijke) begeleiding, toezicht of correcties (71 procent)
Gebrekkige omgangsvormen vormen een basis voor schadelijk of immoreel gedrag. Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders zich daar zorgen over maken en dit gedrag soms zelf ervaren hebben:
- Minstens 80 procent van de Nederlanders beoordelen activiteiten zoals cyberpesten, haatzaaien, verspreiding van nepnieuws, cancellen en complotdenken als (zeer) negatief.
- Negatieve ervaringen die mensen zelf het meeste ervaren hebben zijn complotdenken (10 procent) en het verspreiden van misinformatie (9 procent) en desinformatie (9 procent)
Nederlanders maken zich terecht zorgen over een toename van schadelijk of immoreel gedrag: eerder onderzoek van het Rathenau Instituut (Online Ontspoord) laat zien dat alle gebruikers in Nederland vroeg of laat te maken kunnen krijgen met dit gedrag.
Pamflet roept op tot actie
Netwerk Mediawijsheid doet in het pamflet dat aan de minister werd overhandigd een dringend appèl op platformen en overheid om de roep om betere omgangsvormen serieus te nemen, te luisteren naar wat er onder de bevolking speelt en waar nodig actie te ondernemen. Netwerk Mediawijsheid – met meer dan duizend aangesloten organisaties – zegt toe het gesprek over online omgangsvormen op gang te brengen en te faciliteren. Programmadirecteur Mary Berkhout-Nio: “We gaan samen met gebruikers een effectieve aanpak ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld via burgerraadplegingen gebeuren, waarbij de wetenschappelijke kennis over gedragsverandering verbonden wordt aan de praktijk en creativiteit van mensen.”
Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker neemt pamflet in ontvangst
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid droeg bij aan de doelstelling van het pamflet door in de Week van de Mediawijsheid met een bewustwordingscampagne over privacyschending te starten. In de campagne staat privacy tussen burgers onderling en privacy tussen burgers en bedrijven centraal. In het kader van deze campagne nam minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker het pamflet in ontvangst. Mary Berkhout-Nio, programmadirecteur van Netwerk Mediawijsheid: “De massale roep van Nederlanders voor de verbetering van omgangsvormen moeten we serieus nemen. Ik ben daarom blij dat de minister het pamflet in ontvangst neemt en wil deelnemen aan het gesprek.”
Week van de Mediawijsheid: ‘Samen Sociaal Online’
Van 5 tot en met 12 november 2021 vond de Week van de Mediawijsheid plaats, de jaarlijkse bewustwordingscampagne over het bewust, kritisch en actief omgaan met media. Samen met een groep ambassadeurs, waaronder Otwin van Dijk (burgemeester Oude-IJsselstreek), Ib Haarsma (hoofdredacteur NH Media), Nico Haasbroek (oud-hoofdredacteur NOS Journaal) en Quinn en Aaron (meer dan 600.000 volgers op TikTok), gaat Netwerk Mediawijsheid het gesprek aan over onze online leefwereld.
Meer dan 200 activiteiten door het hele land
Door heel het land organiseerden partijen uit het netwerk zo’n 200 activiteiten om het thema en mediawijsheid onder de aandacht te brengen. Zo startte op 4 november de elfde editie van MediaMasters, een serious game over de kansen en gevaren van digitale media, speciaal voor leerlingen uit groep 7 en 8 van het primair onderwijs. 160.000 leerlingen strijden een week lang om de titel ‘Meest mediawijze klas van Nederland’. Bibliotheken organiseerden mediacolleges, exposities en webinars om mediawijsheid onder de aandacht te brengen. Beeld en Geluid organiseerde meerdere activiteiten, waaronder een mediacollege met Vincent Bijlo.
Ga naar deze pagina voor een overzicht van alle activiteiten
Over het onderzoek
Onderzoeksbureau NoTies voerde het onderzoek in opdracht van Netwerk Mediawijsheid uit. In totaal hebben 1.008 respondenten deelgenomen aan het onderzoek. De steekproef is representatief op basis van geslacht, leeftijd, opleiding en regio. De resultaten zijn gewogen. De data is van 28 september 2021 tot en met 5 oktober 2021 vergaard. Download het onderzoeksrapport hier.
Ontdek inspirerende initiatieven uit het netwerk:
» Zo besteedt Stadkamer in Zwolle aandacht aan de Week van de Mediawijsheid
» #WvdM: Hoe zeg je online sorry? SETUP en Bibliotheek Utrecht ontdekken het
» Ook Beeld en Geluid doet mee aan de Week van de Mediawijsheid
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.