Tijdens de Week van de Mediawijsheid beantwoordden partners van Netwerk Mediawijsheid vragen over, onder andere, hun ervaringen met online kwetsend gedrag. Netwerkpartner NHL Stenden Hogeschool legde onze vragen voor aan een groep studenten van de Bachelor Pedagogiek die nu de training ‘Digitale opvoeding’ volgen.
De studenten zijn voor de Week van de Mediawijsheid verbonden aan een beroepspraktijk: primair onderwijs, speciaal (voorgezet) onderwijs, voorgezet onderwijs, MBO, jeugdhulp- en jeugdzorg instellingen en welzijnsorganisaties in Noord Nederland. Wat merken zij van online ongewenst gedrag? En hoe gaan ze hier mee om?
Op welke manier(en) komt jouw organisatie in aanraking met online ongewenst gedrag?
Ook in het voortgezet onderwijs krijgen leerlingen te maken met online ongewenst gedrag. Zo noemen de studenten verschillende vormen van cyberpesten. ‘Er zijn groepen waar leerlingen worden uitgesloten, of belachelijk worden gemaakt. Ook is er wel eens sprake van intieme foto’s van leerlingen die worden rondgestuurd of op zogenoemde ‘expose’ accounts worden gezet.’ Wel geven de studenten aan dat er steun is van bijvoorbeeld leerling-ondersteuners. Ook wordt er, bijvoorbeeld door een pestprotocol, door de school opgetreden tegen deze praktijken.
Wat moet er veranderen in de online wereld om dit soort gedrag geen kans te geven?
De studenten dragen een aantal oplossingen aan. Zo moeten volgens hen intieme foto’s direct verwijderd worden van alle socialemediaplatformen. Op die manier kan voorkomen worden dat deze verder gedeeld worden. Ook vinden zij dat er beter op leeftijd moet worden gecontroleerd. ‘Het is nu veel te makkelijk om een account aan te maken als je te jong bent voor de app.’
Verder is een aantal studenten van mening dat de mediawijsheid op school nog verbeterd kan worden. ‘De school helpt leerlingen zich wel bewust te worden van online ongewenst gedrag. Dit doen ze bijvoorbeeld door het onderwerp bespreekbaar te maken in de klas. Het zou goed zijn om dit onderwerp extra aan bod te laten komen tijdens de Week van de Mediawijsheid. Dit gebeurt nu namelijk nog niet.’
De school moet signalen van ongewenst gedrag online op tijd herkennen en met de desbetreffende leerling in gesprek gaan.
De studenten geven ook aan dat er verschillende factoren zijn die het lastig maken om dit soort gedrag tegen te gaan. ‘Online ongewenst gedrag gebeurt namelijk ook veel buiten school om. Daar heeft de school geen zicht op.’ Ook kunnen sommige oplossingen om dit soort gedrag te bestrijden volgens de studenten niet gerealiseerd worden omdat ze in strijd zijn met de privacywetgeving.
Hoe dragen jullie daar zelf aan bij, of willen jullie daaraan (gaan) bijdragen?
Volgens de studenten kan de school bijdragen aan het bestrijden van ongewenst gedrag online door het gedrag bespreekbaar te maken in de klas. Het voortgezet onderwijs kan ook voorlichting geven over social mediagebruik en de gevolgen van ongewenst gedrag online. Volgens de studenten moet de school de signalen van ongewenst gedrag online op tijd herkennen en met de desbetreffende leerling in gesprek gaan. Als er sprake is van ongewenst gedrag online moet hier ook melding van worden gemaakt bij de docent, mentor of (stage)begeleider van de leerling. Ook kan de school het account dat ongewenste berichten plaatst rapporteren.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.