Je wilt op school kinderen laten kennismaken met programmeren, maar je weet niet waar te beginnen? Kennisnet heeft een onderzoeksrapport uitgebracht over hoe de Britten het aanpakken in het onderwijs. Wat kunnen we van de Britten leren? Wat zijn tips waar je nu al mee aan de slag kunt als je nog niks met programmeren doet? Ik licht als coördinator van het onderzoek graag enkele tips toe.

In Groot-Brittannië werd in september 2014 een compleet nieuw curriculum voor het informaticaonderwijs geïntroduceerd, onder de naam ‘computing’. Dit type onderwijs traint leerlingen in een manier van denken waarbij je een probleem en de mogelijke oplossingen leert formuleren in computertermen, kortweg: computational thinking. Britse kinderen leren dit nu vanaf hun 5e jaar. Als ze op hun 11e het primair onderwijs verlaten, kennen ze twee computertalen, kunnen ze robots, smartphones en veiligheidssystemen besturen, en beheersen ze de basisprincipes van netwerken en computational thinking. In het voortgezet onderwijs bouwen ze hun kennis verder uit, begeleid door natuurkundedocenten, wiskundedocenten, en IT-specialisten.

Waarom programmeren op school?
Digitale vaardigheden gaan een steeds belangrijkere rol spelen in de (nabije) toekomst. Scholen staan ’te trappelen’ om ict toe te passen in de klas, bleek onder andere tijdens de Codeweek 2015. Toch is het nogal een stap om als school dezelfde weg te bewandelen als dat ze in Engeland doen.

Wil je toch al aan de slag? Deze lessen van de Britten kun je meteen toepassen:

1. Werk samen met het bedrijfsleven

In Groot-Brittannie spelen bedrijven en het onderwijs goed samen. Zo worden leerkrachten getraind door experts uit het bedrijfsleven. De experts geven ook gastlessen aan kinderen.
Ook in Nederland is een krachtig netwerk aan het ontstaan van bevlogen mensen die beroepsmatig programmeren en graag een steentje bijdragen aan meer code op school. Stichting Codeuur levert bijvoorbeeld experts die graag een ‘code-les’ geven. Dat kan ook als de school geen snelle computers heeft of moet werken met langzaam internet. Allerlei bedrijven werken mee, zoals Microsoft en bol.com.
Er zijn ook allerlei zelfstandige professionals die gastlessen kunnen geven, maar ook met de school een stappenplan kunnen maken om aan de slag te gaan met programmeren, zoals Pauline Maas, Muriel Warners en Sjoerd Dirk Meijer.

» Meer lesmateriaal en organisaties kun je ook vinden in het dossier Programmeren

2. Richt een codeclub op

In het Verenigd Koninkrijk schrijven steeds meer scholen programmeerwedstrijden uit en ze richten codeclubs op. Daar wordt een lokaal voor vrijgemaakt, en na school gaat een gastdocent met een groepje leerlingen aan de slag. Dat kun je als school natuurlijk ook doen. Vraag een groepje enthousiaste ouders en kinderen om zo’n codeclub op te zetten. Kijk wat er gebeurt. Hoeveel leerlingen melden zich daarvoor aan? Wat doen ze? Zijn daar gaandeweg ook leerkrachten bij te betrekken? Kunnen activiteiten die het goed doen, ook in de klas een plek krijgen?

3. Stimuleer kinderen mee te doen aan buitenschoolse activiteiten

In Engeland, Schotland en Wales maken scholen deel uit van een netwerk waarin ze ondersteund worden. Buitenschoolse activiteiten zijn er erg populair, en scholen stimuleren leerlingen daaraan mee te doen. Dat kun je als Nederlandse school ook heel makkelijk. Codestarter, een initiatief van NEMO Science center en Platform Betatechniek en mogelijk gemaakt door Google, brengt buitenschoolse activiteiten voor kinderen in kaart. Je kunt ook als klas meedoen aan zulke buitenschoolse activiteiten. Dat werkt enorm stimulerend. Een voorbeeld van een laagdrempelig initiatief is CoderDojo, waar kinderen van 7 t/m 17 jaar door het hele land leren programmeren van vrijwilligers.

Wil je programmeren integreren in je onderwijs, en zoek je daarvoor concrete handvatten en tips?