Als je kijkt naar het verleden, dan weet je dat haatzaaien, groepen mensen in diskrediet brengen – niet alleen in het verleden maar ook nu – al te vaak is uitgedraaid op massamoord. En als je kijkt naar de toekomst, dan weet je dat het nu nodig is om in actie te komen om de wereld leefbaar te houden. Weten, kennis: daar draait het om in het onderwijs. En – voortbordurend daarop – om (media)wijsheid.
In dit hoofdstuk gaan we op zoek naar informatie, met als doel het vergaren van betrouwbare kennis. Onderwerpen hierin zijn facetten van digitale geletterdheid en vooral van informatievaardigheden. Als we het daarover hebben in verband met jongeren, dan bevinden we ons primair in het domein van het onderwijs. We hebben projecten nodig waarvan vaststaat dat ze leerrendement opleveren, dat ze beklijven en dat de opgedane kennis ook elders inzetbaar is. Ik eindig met enkele voorbeelden van dergelijke projecten. Maar eerst nog wat meer over…
…Kennis
Hoogleraar Kirschner zegt het zo: Kennis, in al haar vormen, gaat vooraf aan alle hogere-orde cognitieve en metacognitieve vaardigheden, omdat zij simpelweg manipulaties van die kennis en vaardigheden inhouden. En: Het is niet meer reëel te verwachten dat de kennis opgedaan in de initiële opleiding een leven lang meegaat. Bijscholing en omscholing zal meerdere keren in een mensenleven aan de orde zijn, omdat relevante kennis en vaardigheden relatief snel obsoleet worden en de levensduur van bedrijven en functies afneemt. Het meest van belang worden metacognitieve vaardigheden geacht, waarbij jongeren reflecteren op hun leerproces en waarbij zij in staat zijn eigen doelen te stellen, vooruitgang op de doelen te monitoren en zo de door henzelf gestelde doelen te bereiken. Het legt een belangrijke basis voor leren voor nog niet bestaande beroepen en een leven lang leren. (Uit: Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen, blz. 65)
Een belangrijke bron voor dit blogartikel is Why knowledge matters van E.D. Hirsch. Hier staat een goede recensie. Hirsch toont aan dat het aanbrengen van een solide laag kennis vanaf het lagere onderwijs een goed startpunt is voor verder leren. Ook omdat in dat geval jongeren die van huis uit niet veel ondersteuning op het gebied van leren hebben gehad, de lessen dan even goed kunnen bijbenen. Een voorbeeld van wat er gebeurt als vaardigheden voorrang krijgen op kennis:
“Toen ik de verbazingwekkende gegevens uit 2007 van het Franse ministerie van Onderwijs tegenkwam, heb ik besloten Why knowledge matters te schrijven. De gegevens toonden een ander onderwijssysteem dat, net als het onze [het Amerikaanse, RS] op vaardigheden gebaseerde, geïndividualiseerde onderwijsbeginselen had aangenomen en vervolgens van het beste en meest rechtvaardige schoolsysteem in de wereld afzakte naar een van de slechtste en minst rechtvaardige.”(‘De val van het Franse onderwijs’, zie blz. 138)
Het is verontrustend dat Curriculum.nu en allerlei mediadeskundigen dezelfde fout dreigen te maken die in 1989 in Frankrijk is gemaakt. Kennis is nogal in het verdomhoekje terechtgekomen en dat is een misrekening. Zie ook dit artikel in Trouw.
De beperkingen van mediawijsheid
“De groeiende bezorgdheid over ‘nepnieuws’ heeft ertoe geleid dat er meer en meer belang gehecht wordt aan het aanleren door jonge mensen van kritische vaardigheden op het gebied digitale geletterdheid. Maar hoewel mediawijsheid vanzelfsprekend nuttig zou zijn, volstaat het niet om het probleem aan te pakken. Media-opvoeders moeten het probleem breder in kaart brengen en hun krachten bundelen met diegenen die oproepen tot hervorming van de media. Nepnieuws is een symptoom van veel bredere tendensen in de wereld van politiek en media. Mensen (en niet alleen kinderen) zijn geneigd het te geloven om vrij complexe redenen. En we kunnen het geloven in nepnieuws niet stoppen door mensen aan te moedigen om de feiten te controleren of rationeel te denken over de problemen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we het niet moeten proberen.” Bron: David Buckingham.
Wat het onderwijs kan doen
Uit het rapport Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen, door Paul Kirschner, Open Universiteit:
“Duidelijk is dat leerlingen voorzien moeten worden van een stevige kennis- en vaardigheidsbasis om toekomstbestendig te kunnen leren. Er is veel gesproken en geschreven over 21e-eeuwse vaardigheden maar een analyse daarvan laat zien dat deze vaardigheden duidelijk noch eenduidig zijn, dat zij steeds veranderen zowel qua aantal als inhoud, en dat zij voor het grootste deel vaardigheden zijn die ook in de 20e en zelfs in de 19e eeuw noodzakelijk waren. Eigenlijk zijn de enige vaardigheden die echt als 21e-eeuws aangemerkt kunnen worden:
- Informatiegeletterdheid: het kunnen zoeken, identificeren, evalueren (van de kwaliteit en betrouwbaarheid van bronnen) en effectief gebruiken van verkregen informatie; en
- Informatiemanagement: het kunnen vastleggen, beheren en delen van verkregen informatie.” (Blz. 2)
Praktisch: Het onderdeel informatiemanagement zou op een school als vanzelf vorm kunnen krijgen als alle werkstukken die de leerlingen tijdens hun schoolcarrière produceren, in één portfolio terechtkomen waarbinnen de school ook beoordelingscriteria als informatievaardigheden, mediawijsheid en andere heeft aangebracht. Natuurlijk moet de school het dan eerst eens worden over haar definities van de verschillende aspecten van digitale geletterdheid.
Modeling is leren door anderen te observeren en hun gedrag te imiteren. Uit onderzoek van Jimmy Frèrejean blijkt dat je het principe van modeling ook kunt toepassen op het gericht zoeken naar informatie voor bijvoorbeeld een werkstuk.
Praktisch: maak een film(je) van een leerling van je school die hardop nadenkt over de stappen die zij/hij zet, op zoek naar geschikte informatie. “De analyse van vertraagde posttest scores onthullen dat het leereffect van het modelleringsvoorbeeld ten minste één week blijft bestaan week na de training.” Dus meteen toepassen die kennis. (Uit: “Instruction for information problem solving”, Jimmy Frèrejean. Blz. 56)
En last but not least: onlangs is een nieuwe versie van ‘Slim zoeken op Internet’ verschenen. Het boek staat boordevol zoektips voor 7e– en 8ste-groepers en onderbouwers van de middelbare school.
Praktisch: Wat een school kan doen is kijken welke tips bij welke vakken goed tot hun recht kunnen komen en die tips dan op een geschikt moment toepassen bij dat vak. De docent levert dan eerst de kennis, de context en daarna wordt er met de nodige dosis digitale geletterdheid gewerkt binnen die context.
Conclusie
Tijdens de onlangs gehouden conferentie Nederland Digitaal is afgesproken dat veel betrokken partijen, waaronder het onderwijs, de handen ineen gaan slaan om te bereiken dat Nederland een koppositie inneemt als het gaat om digitalisering. Mooi natuurlijk. Maar zorg dan ook dat onderwijsgevenden goed betaald worden en dat er geen uitval meer is. Want goed onderwijs, een stevige laag kennis, waar digitale geletterdheid een integraal onderdeel van is: dat is wat we nodig hebben.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.