Toen ergens in de jaren negentig het studiehuis werd ingevoerd in het voortgezet onderwijs dook de term ‘mediathecaris’ op. Want er was in de schoolbibliotheken meer dan alleen maar boeken te vinden. De bibliotheek veranderde in een mediatheek. Ik vond het een rare term. Ja, er is meer te vinden dan boeken. Maar dat is altijd zo geweest. Ik kan me de bibliotheek herinneren met grammofoonplaten, microfiches, tijdschriften, wandplaten, kaarten; noem maar op. En nu zou het ineens een mediatheek moeten heten? Ik vind het een niksige term en pleit er dan ook voor om de bibliothecaris weer terug te halen.
Het zoeken naar informatie
Er is iets vreemds aan de gang. Sinds de opkomst van internet en de toenemende macht van Google is men gaan denken dat je met behulp van media gemakkelijk alles kunt vinden. Maar: het zoeken op internet is niet zo eenvoudig en dat vinden van informatie vereist nogal wat. Je moet de juiste zoekwoorden intypen. De juiste schrijfwijze hanteren. Je moet dingen combineren. Maar hoe? Als je dat niet goed doet dan kom je in een doolhof terecht. Als je iets wilt weten over molens bijvoorbeeld, ga je naar de boeken in de bibliotheek die over molens gaan. Of je raadpleegt de molenbibliografie. In een brei als internet is het zoeken naar een speld in een hooiberg. Gelukkig zijn daar de Booleaanse zoekoperatoren: een handig hulpmiddel om je zoekopdracht te specificeren. Daar komen er steeds meer van. Zo krijg je niet oneindig veel zoekresultaten, tenminste – als je ze weet te gebruiken.
De rol van de bibliothecaris
De term mediathecaris vind ik afbreuk doen aan het beroep van bibliothecaris, van oudsher een wetenschappelijk beroep. Mensen opgeleid om al de informatie die beschikbaar was te ontsluiten voor koningen, geestelijken en ambtenaren. Om dat te kunnen moest je een opleiding in de geesteswetenschappen hebben genoten. Helaas: bibliothecarissen zijn er bijna niet meer. De opleiding is namelijk opgeheven. En dat terwijl de bibliothecaris een belangrijke rol heeft in het helpen vinden van informatie.
Ik zie daar een bredere ontwikkeling: er is steeds minder geld van de overheid voor geesteswetenschappen. Er wordt gezegd: er is veel meer vraag naar technici. Dat kan zo zijn, maar die geesteswetenschappen hebben we echt nodig. De wetenschappen die ons helpen na te denken over de maatschappij, over wat in het verleden is gebeurd en welke lessen we daaruit kunnen trekken voor onze tijd. Talen van onze buren die helpen onze buren beter te begrijpen. Geesteswetenschappen hebben we nodig om goed te kunnen nadenken, en als onze overheid dat niet meer belangrijk vindt dan zijn we niet goed bezig.
Daar hoort ook het beroep bibliothecaris bij. Een allround persoon, die op heel veel terreinen antwoord kan geven op vragen. Maar dat gebeurt niet meer. Leden moeten zichzelf redden met de computer. Daarvoor moet je over de juiste mediawijsheidtools beschikken, maar die heeft niet iedereen.
Boeken en bibliotheek hard nodig
En dan komt daar nog iets heel belangrijks bij: met Google kun je niet alles vinden. Dat is in tegenspraak met wat iedereen beweert. Als mensen die een website met belangrijke informatie beheren, die pagina verwijderen (en dat gebeurt regelmatig) dan heb je pech. In Wikipedia komen regelmatig dode links voor. Onlangs schreef daar een lezer van de NRC over in een ingezonden brief: informatie staat op servers, ook bij bijvoorbeeld universiteiten. Wat als degene die de informatie of website onderhield, met pensioen gaat?
Trouwens, hoe betrouwbaar is deze online encyclopedie? Wie stelt de informatie samen? Boeken en een bibliotheek zijn dus meer dan ooit nodig. En een nieuwe opleiding tot bibliothecaris.
Laten we stoppen met denken dat veel op het gebied van geesteswetenschappen niet meer hoeft. Dat we daar ict voor hebben. Dat is een ernstige misvatting. En dat betekent ook dat we het belang van kennis weer toelaten in het onderwijs. En dat we de term ‘mediathecaris’ laten vallen en dat deze functionaris als vanouds ‘bibliothecaris’ heet.
Reacties 8
Beste Els,
Wederom een goede column van je over het belang van leerlingen te helpen met het zoeken naar (relevante) informatie. Een korte reactie erop kon ik echter niet achterwege laten.
Mijns inziens is de term mediathecaris juist veel beter dan bibliothecaris voor het voortgezet onderwijs.
Ten eerste omdat de connotatie die leerlingen nog steeds hebben met bibliothecaris/bibliotheek eentje is van boeken en stilte; van rustige/oudere vrouwen en mannen met een bril. Terwijl een mediatheek een zeer levendige, bruisende en gezellige omgeving kan zijn waar op zijn tijd van alles mogelijk is.
Ten tweede omdat de mediathecaris, die wel degelijk een academische opleiding kan hebben genoten, zich zoals de naam aangeeft richt op alle vormen van media die de jeugd gebruikt. Boeken, netflix, youtube filmpjes, vlogs.blogs, kranten, radio, google, enz. ,het zijn alle mediavormen waarbij de mediathecaris kan helpen de leerlingen wegwijs te maken in hoe ze te gebruiken, waarvoor ze te gebruiken en op waarde te schatten. Kortom de mediathecaris helpt, NAAST zijn/haar taak van leesbevordering, leerlingen mediawijs te worden. Dus allround is de mediathecaris zeker.
Ten derde, en misschien wel de belangrijkste reden om de term en functie van mediathecaris te behouden is het grote cultuur verschil tussen beide. De bibliothecaris is in dienst van de bibliotheek, de mediathecaris in dienst van school. De bezetting van schoolbibliotheken is meestal wisselend van aard, deze medewerkers doen hun werk maar bouwen nauwelijks een band op met leerlingen en schoolmedewerkers.
De mediathecaris daarentegen is een vast, vaak dagelijks, aanspreekpunt voor leerlingen, docenten en medewerkers. Hij/zij leeft mee met het wel en wee van de school. Niet alleen helpt dat bij zoiets als ordehandhaving maar de mediathecaris leert door de jaren heen zijn pappenheimers kennen en beter ondersteunen.
En dan heb ik het nog niet gehad over de invloed van bezuinigingen bij bibliotheken op het boeken en activiteiten aanbod of de aankleding van de bibliotheek op school. Dat ligt misschien niet aan hen maar een goede school heeft een mediatheek en investeert daarin.
Dag Ghuy
Ik kom nog even terug op die bril en die stilte. Ik vind het wel wat typisch hoor. Allereerst de bibliotheken waar ik leiding aan heb gegeven dat waren beslist geen paradijzen van rust. Haarle in Overijssel waar ik nog altijd met zoveel fijne gevoelens aan terug denk bijvoorbeeld. Om half 4 stormden 300 kinderen de bibliotheek in en om half 6 waren de kasten leeg en de boekenkarren vol. En we hadden een fantastische uitlening gehad. Met uitstekend contact met de school. En die bril. Helaas mijn ogen ik heb een bril. Wat zijn dit voor vooroordelen. Ik snap het niet moet ik zeggen. Ik denk dat dat verhaal over die stilte wel heel erg in het verleden ligt. Ik heb het in ieder geval als kind in de bibliotheek nooit meegemaakt.
Afgelopen zomer schreef ik een blog: https://www.mediawijzer.net/wegwijs-in-informatie-deel-7-onderstroom/ over de mediatheek waar ik nu bijna 25 jaar werk. Het boekenbestand is gegroeid naar meer dan 10.000. De oppervlakte is verdrievoudigd, terwijl onze school krap in de ruimte zit. Wat ik maar zeggen wil: de mediatheek is hard nodig – wat zeg ik: – het hart van de school..
Dag Roeland.
Mooi dat jouw schoolbibliotheek goed functioneert. Mijn stelling is dat die functionaris die het geheel bestiert een bibliothecaris is. Dat daar allerhande media zijn dat is fantastisch. Maar dat betekent niet dat we die ruimte nu mediatheek gaan noemen. We moeten niet bang zijn voor het woord bibliotheek. De KB beheert ook allerlei soorten media. En we noemen die organisatie ook niet ineens Koninklijke Mediatheek.
Els Rademaker- Vos
.
Als leerlingen vragen waarom het een mediatheek heet en niet een bibliotheek, dan zeg ik altijd dat een bibliotheek op een school een mediatheek wordt genoemd en de bibliotheek in de stad een bibliotheek. Maar dat het in feite dus hetzelfde is, alleen de plek is een andere. Zo heb ik het zelf eigenlijk altijd begrepen, maar of het klopt weet ik niet.
Dag Natasja. Leuk dat leerlingen bij jullie het ook wat typisch vinden. Waarom de ene ruimte zo heet en de andere weer anders. Noem.het bibliotheek. Of zouden sommige leerlingen het dan wat elitair vinden? Geeft niets.
Els
Naar mijn mening wordt het allemaal uitstekend uitgelegd in het boekje van Lourense Das en Jaap Walhout uit 2011. Ontwikkelingen gaan verder, de sociale media hebben zeer aan invloed gewonnen sinds die tijd. Maar ook het belang van het lezen, het ontwikkelen van een woordenschat waarmee leerlingen hun succes op school en in de maatschappij kunnen vergroten (naast alle andere waardevolle effecten van het lezen van literaire fictie) heeft meer aandacht.
Download:
https://www.ou.nl/Docs/Expertise/RdMC/2011%20Rapporten/5511602_RDMC_Rapport30_WEB.pdf
en lees hoe de schoolbibliotheek mediatheek geworden is.
Lourense benadrukte vaak het verschil tussen de schoolbibliotheek/mediatheek en de openbare bibliotheek. De mediatheek is een speciale bibliotheek, met dienstverlening gericht op een specifieke groep, de openbare bibliotheek richt zijn dienstverlening op “iedereen”, en dat zie je terug in de collectie, ontsluiting, activiteiten, inrichting.
Wat in het boekje vooral benadrukt wordt is dat de mediatheek niet zozeer de ruimte is maar de functie in de school. Dit betekent dat de mediathecaris/bibliothecaris samenwerkt met docenten en leerlingen, met media (fysieke media en digitale media), aansluitend op het onderwijs en voorop lopend als het gaat op informatievaardigheden, mediawijsheid en het bevorderen van het plezier in het lezen.
Per school zullen accenten anders liggen. Dat hangt ook af van de schoolbevolking en het onderwijsbeleid.
De mediathecaris als onderwijsbibliothecaris is deskundig als het gaat om het vinden, beoordelen en gebruiken van informatie (informatieprofessional) en het leren. En vanuit deze expertise levert zij/hij zijn/haar bijdrage aan het onderwijs op school.
https://www.ou.nl/Docs/Expertise/RdMC/2011%20Rapporten/5511602_RDMC_Rapport30_WEB.pdf
Lourense en ik hebben het hier vaak over gehad. Vooral het laatste jaar. We hebben ingezonden stukken gestuurd naar diverse kranten. Wij benadrukten hierin dat in het buitenland de schoolbibliothecaris een mastertitel heeft en dat de beste naam voor deze functionaris onderwijsbibliothecaris is. Helaas zijn deze stukken niet geplaatst. En ook tot mijn grote verdriet is Lourense er niet meer. We hebben jaren heel goed samengewerkt.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.