Essay: Waarom je de ervaring en kennis van kinderen moet gebruiken bij het ontwikkelen van mediawijsheidprogramma’s

dinsdag 11 maart 2025

Digitale media, zoals smartphones en sociale media, bieden kinderen veel mogelijkheden en maken hun leven in veel opzichten aangenamer. Maar er zijn ook risico’s voor hun veiligheid en welzijn. Wat hebben kinderen nodig om de mogelijkheden van digitale media optimaal te benutten en effectief om te gaan met de risico’s? Oftewel, wat hebben kinderen nodig om wijs en weerbaar te zijn online? Om deze vraag te beantwoorden is het essentieel om wetenschappelijke kennis en ervaringskennis van kinderen samen te brengen. Eerder organiseerde Netwerk Mediawijsheid een expertsessie over evidence informed werken. In dit artikel leggen wij uit waarom dat zo belangrijk is en hoe je als onderzoeker of programmaontwikkelaar op een betekenisvolle manier met de ervaringskennis van kinderen aan de slag kan gaan. Het essay biedt inzichten en aandachtspunten die de impact van mediawijsheidprogramma’s kunnen vergroten.

Om kinderen te ondersteunen online wijs en weerbaar te zijn, moeten we eerst begrijpen welke factoren wijs en weerbaar gedrag online bepalen. Denk bijvoorbeeld aan het checken van de betrouwbaarheid van online-informatie, het rapporteren van vervelende berichten of video’s en het instellen van een schermtijdlimiet. Welke factoren staan zulk gedrag in de weg? Welke factoren kunnen dat gedrag juist stimuleren? En hoe hangen die factoren met elkaar samen? Inzicht in dit zogenaamde ‘systeem’ van factoren is belangrijk voor ontwikkelaars van mediawijsheidprogramma’s. Het laat namelijk zien wat er nodig is om wijs en weerbaar onlinegedrag aan te moedigen. 

Wetenschappelijke kennis

Wetenschappelijke theorieën en onderzoek bieden kennis die ons helpt om het online wijze en weerbare gedrag van kinderen beter te begrijpen. Zo kunnen we op basis van wetenschappelijke kennis uit de communicatiewetenschap, gedragswetenschap en ontwikkelingspsychologie concluderen dat er vier belangrijke factoren zijn die kinderen zowel kunnen helpen als hinderen om zich online wijs en weerbaar te gedragen (Rozendaal & de Jong, 2024): 

  • Media-gerelateerde kennis en vaardigheden. Het hebben van media-gerelateerde kennis en vaardigheden is een belangrijke basisvoorwaarde voor kinderen om online wijs en weerbaar te zijn. 
  • Cognitieve vaardigheden. Kinderen hebben bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals zelfregulatie, nodig om kennis en vaardigheden om te zetten in actie. Die vaardigheden zijn nog volop in ontwikkeling tijdens de kindertijd en adolescentie. 
  • Motivatie. Dat kinderen zich online wijs en weerbaar kunnen gedragen omdat ze de juiste kennis en vaardigheden hebben, betekent niet automatisch dat zij zich ook zo willen gedragen. Motivatie is nodig om kennis en vaardigheden om te zetten in gedrag.
  • Fysieke en sociale omgeving. Gedrag vindt niet plaats in een vacuüm, maar is afhankelijk van de fysieke en de sociale omgeving. Bij de fysieke omgeving gaat het bijvoorbeeld om de mate waarin de eigenschappen van digitale mediaplatformen en apps wijs en weerbaar gedrag mogelijk maken. Ook de sociale omgeving kan van invloed zijn op de digitale weerbaarheid van kinderen, denk bijvoorbeeld aan de mediaopvoedingsstijl van ouders.

Ervaringskennis van kinderen

Om alle factoren die bepalen of kinderen zich online wijs en weerbaar gedragen in kaart te brengen, is het essentieel om naast wetenschappelijke kennis ook de ervaringskennis van kinderen mee te nemen. Zij zijn de experts als het om hun online wereld en weerbaarheid gaat. Wat zien zij als de belangrijkste kansen en risico’s online? Hoe vinden zij dat ze het beste met die risico’s om kunnen gaan? En wat helpt of hindert hen om dat te doen?

‘Kinderen zijn de experts als het om hun online wereld en weerbaarheid gaat’

Door in gesprek te gaan met kinderen worden belevingen en behoeften duidelijk. Die inzichten kunnen wetenschappelijke kennis verrijken doordat het een breder en diepgaander beeld geeft van de factoren (kennis, vaardigheden, motivatie en sociale- en mediaomgeving) die hun gedrag online beïnvloeden. 

Het combineren van wetenschappelijke kennis met ervaringskennis van kinderen is essentieel voor de ontwikkeling van mediawijsheidprogramma’s. Programma’s die onderbouwd zijn met wetenschappelijke kennis én zijn afgestemd op de belevingswereld en behoeften van de doelgroep hebben namelijk een grotere kans effectief te zijn (zie rapport Effectieve mediawijsheidprogramma’s en/of verslag Expertsessie Netwerk Mediawijsheid). Ervaringskennis is dus net als wetenschappelijke kennis een belangrijke kennisbron voor ontwikkelaars van mediawijsheidprogramma’s. 

Dit werd ook duidelijk tijdens de expertsessie evidence-informed werken. Door kinderen en leraren actief te betrekken bij het ontwikkelproces van een mediawijsheidprogramma geef je kinderen en leerkrachten eigenaarschap (zij zijn immers de experts), valideer je wetenschappelijke inzichten in de praktijk en creëer je draagvlak voor je programma. 

Aan de slag met ervaringskennis

Aan de slag gaan met ervaringskennis kan lastig zijn omdat ontwikkelaars niet altijd weten hoe ze dit aan moeten pakken. In het Erasmus Movez Lab ontwikkelden we een methode genaamd MediaMovez, die gebruikt kan worden om aan de slag te gaan met de ervaringskennis van kinderen. Niet alleen door onderzoekers, maar ook door ontwikkelaars van mediawijsheidprogramma’s. De methode is gebaseerd op de Youth Participatory Action Research (YPAR) benadering (Shamrova & Cummings, 2017). YPAR is een manier om kinderen (en jongeren) te betrekken bij onderzoek.

‘Aan de slag gaan met ervaringskennis kan lastig zijn omdat ontwikkelaars niet altijd weten hoe ze dit aan moeten pakken’

In plaats van alleen volwassenen die onderzoek doen, werken kinderen en volwassenen samen. Kinderen worden niet alleen gezien als deelnemers, maar als mede-onderzoekers. Ze mogen actief meedenken, uitdagingen en problemen onderzoeken en oplossingen bedenken die belangrijk zijn voor hun leven. Het doel van YPAR is om kinderen een stem te geven en ze de kans te bieden om invloed uit te oefenen op dingen die hun leven beïnvloeden.

YPAR heeft drie belangrijke principes (Ballonoff Suleiman et al., 2021):

  1. Uitdagingen begrijpen: Kinderen leren hoe ze vragen kunnen stellen en informatie kunnen verzamelen om beter te begrijpen welke uitdagingen en problemen ze zelf ervaren in hun leven of omgeving.
  2. Oplossingen bedenken: Op basis van wat ze geleerd hebben, bedenken ze oplossingen voor die uitdagingen en problemen.
  3. Actie ondernemen: Ze doen voorstellen of nemen actie om veranderingen te maken, bijvoorbeeld in beleid, programma’s of de manier waarop dingen worden gedaan.

Bij het ontwerpen van de MediaMovez methode volgden we deze drie belangrijke YPAR-principes. De methode bestaat uit meerdere sessies waarin activiteiten centraal staan die gerelateerd zijn aan een van de drie YPAR-principes: 

  1. Online wereld verkennen. In de eerste activiteit verkennen kinderen hun online wereld door het maken van een mindmap. 
  2. Online uitdagingen en risico’s begrijpen. Vervolgens onderzoeken de kinderen de positieve (kansen, mogelijkheden) en negatieve kanten (uitdagingen, risico’s) van hun online wereld. 
  3. Strategieën bedenken. Dan bedenken zij strategieën (acties) die zij kunnen toepassen om effectief met de belangrijkste uitdagingen en risico’s om te gaan. 
  4. Actieplan maken en hindernissen identificeren. Vervolgens werken zij de strategie die zij het meest effectief vinden uit in een actieplan en onderzoeken zij wat het makkelijker of moeilijker voor hen maakt om het actieplan uit te voeren. 
  5. Oplossingen bedenken voor hindernissen. Daarna brainstormen de kinderen hoe die hindernissen weggenomen kunnen worden en wie, bijvoorbeeld ouders, leerkrachten, of ontwikkelaars van mediawijsheidprogramma’s, hen daarbij kunnen helpen.
  6. Actie ondernemen. In de laatste activiteit ondernemen kinderen actie door hun ideeën te presenteren en advies uit te brengen aan relevante individuen of organisaties die de voorgestelde oplossingen en veranderingen uit kunnen voeren.  

Tijdens de expertsessie evidence-informed werken werd daarnaast duidelijk dat er niet altijd genoeg tijd, geld en menskracht is om kinderen hun ervaringskennis te laten delen. In het Erasmus Movez Lab ontwikkelen we een tweede methode – genaamd Escape Your Screen – waarmee leerkrachten, maar ook ontwikkelaars van mediawijsheidsprogramma’s in een korte les (1,5 uur) inzicht krijgen in de grootste online uitdagingen van kinderen en welke ondersteuning zij nodig hebben om zich wijs en weerbaar te gedragen online. Door de tool digitaal, interactief en compact te maken, hopen we ontwikkelaars een tool voor laagdrempelige kindparticipatie te bieden. 

Betekenisvolle participatie en empowerment

Naast dat het opnemen van ervaringskennis dus de kans vergroot dat mediawijsheidprogramma’s meer impact hebben, is er nog een andere reden om kinderen actief te betrekken en een stem te geven. 

‘Door mee te denken en beslissen ontwikkelen kinderen hun talenten, vaardigheden en competenties’

Door mee te denken en beslissen ontwikkelen kinderen hun talenten, vaardigheden en competenties. Als kinderen op een gelijkwaardige manier mee mogen denken en beslissen, wordt een van de meest basale behoeften van kinderen erkend – het gevoel inspraak en invloed te hebben. Dat kan hun een gevoel van empowerment geven (Aeschbach et al., 2022; Powers & Tiffany, 2006). Onderzoek laat zien dat wanneer jongeren zich psychologisch empowered voelen, ze zich in staat voelen om een positief verschil te maken in de wereld om hen heen en de nodige vaardigheden en middelen bezitten om dit te doen (Zimmerman et al., 2018). Bevindingen van ons eigen onderzoek laten zien dat deelname aan de MediaMovez-methode kinderen niet alleen een algemeen gevoel van empowerment (in het proces) kan geven, maar dat het hen ook helpt een kritisch bewustzijn van kansen en risico’s van hun online wereld te ontwikkelen en uiteindelijk in staat stelt zich online wijzer en weerbaarder te gedragen. 

Zes tips om betekenisvolle participatie en empowerment te realiseren

Naast de middelen (tijd, menskracht, geld) om ervaringskennis op te halen, wordt ook het creëren van een betekenisvolle en empowering ervaring voor kinderen veelal gezien als een uitdaging.

Op basis van eerder onderzoek (Chrifou et al., 2024) en onze eigen ervaringen met het ontwikkelen en uitvoeren van de MediaMovez-methode geven wij zes tips om betekenisvolle participatie en empowerment te realiseren:

  1. Train kinderen om online uitdagingen te verkennen en te begrijpen. Leer kinderen zinvolle vragen te stellen en inzichten te verzamelen over de uitdagingen en risico’s die ze in hun online wereld tegenkomen. Geef ze hulpmiddelen en begeleiding om onderzoek te doen en de wereld om hen heen beter te begrijpen.
  2. Moedig kinderen aan om oplossingen voor te stellen. Betrek kinderen bij het brainstormen en bedenken van oplossingen voor de problemen die zij signaleren. Door ze zelf verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun ideeën, krijgen ze meer vertrouwen in hun vermogen om zinvolle veranderingen door te voeren.
  3. Creëer activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Activiteiten en gesprekken die leuk zijn en dicht bij de belevingswereld van kinderen staan zijn essentieel om hen betrokken en gemotiveerd te houden. Kinderen vinden het leuk en zinvol om tijdens activiteiten hun ervaringen met leeftijdsgenoten te delen en van elkaar te leren.
  4. Ondersteun kinderen bij het ondernemen van actie. Help kinderen hun ideeën om te zetten in actie door hen te begeleiden bij het aanbevelen van veranderingen, bijvoorbeeld in mediawijsheidprogramma’s. Faciliteer mogelijkheden voor hen om hun bevindingen te presenteren en te pleiten voor verandering, zodat hun stem wordt gehoord en gerespecteerd. Koppel terug hoe hun inzichten van waarde zijn geweest.
  5. Creëer ruimte voor autonomie en zeggenschap. Zorg voor een omgeving waarin kinderen het gevoel hebben dat hun inbreng gewaardeerd wordt en invloed heeft. Erken hun expertise en moedig hun deelname aan besluitvormingsprocessen aan.
  6. Bied begeleiding en een gevoel van veiligheid. Begeleid kinderen tijdens het hele proces en faciliteer een gelijkwaardige samenwerking. Kies een goede, bekwame begeleider, die gewend is om met kinderen te werken en affiniteit heeft met het thema. Het is belangrijk dat een begeleider een open, niet-oordelende en empathische houding aanneemt tijdens de activiteiten en kinderen benadert als gelijkwaardige mede-onderzoekers. Daarnaast moet een begeleider ervoor zorgen dat kinderen zich gesteund voelen wanneer ze uitdagingen tegenkomen en zich veilig voelen om hun mening te geven en gevoelens en ervaringen te delen. Dat geeft kinderen een gevoel van veiligheid.

Dit artikel is gebaseerd op deze bronnen.

Lees ook:

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.