Sinds ik mezelf aan het verdiepen ben in informatieveiligheid en privacy, merk ik dat ik me steeds meer bewust word van het belang hiervan. Eerst veranderde ik nooit mijn wachtwoorden en plaatste ik gewoon berichtjes op sociale media dat ik op vakantie was. Nu kies ik mijn wachtwoorden zorgvuldig en vervang ik deze regelmatig. Ook denk ik wel drie keer na voordat ik iets op Facebook of Instagram plaats. Maar het blijft niet alleen bij verandering in mijn eigen gedrag, ook mijn omgeving wijs ik steeds vaker op situaties waarin zij geen informatieveilig gedrag vertonen. Bijvoorbeeld wanneer ze gebruik maken van een openbaar wifi-netwerk. Hierbij stuit ik vaak op onbegrip vanuit mijn omgeving, want hoe erg kan het nou allemaal wel zijn? ‘Overdrijf je niet een beetje?’ Maar anderen kunnen meer met de informatie over jou dan je soms misschien denkt.
Digitale sporen
Dat je iets niet wilt delen en sommige dingen beter voor anderen verborgen kunt houden, betekent niet dat je iets op je kerfstok hebt, maar simpelweg dat je het niet nodig vindt dat iedereen alles van je weet. Want die kant gaat het nu wel op. Door de toenemende digitalisering geven wij grote hoeveelheden informatie over onszelf weg in de vorm van data. Welke activiteiten we ook ondernemen in de digitale wereld, we laten allemaal digitale sporen na. Alle apparaten die zijn gekoppeld aan het internet verzamelen namelijk gegevens over jou en ook over mij. Al deze gegevens worden ergens opgeslagen en vervolgens aan elkaar gekoppeld. Wat voor gegevens dit zijn? Een hele hoop. Ik zet er een aantal voor je op een rijtje:
- Demografische kenmerken zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, inkomen en woonsituatie
- Consumentengedrag zoals je wekelijkse boodschappen, in welke auto je rijdt, naar welke sportschool je gaat, hoe vaak je naar de sportschool gaat, naar welke kroeg je vaak gaat en wat je daar bestelt
- Gedrag dat iets zegt over jouw persoonlijkheid: zoals jouw interesses, wat jouw drijfveren zijn en hoe jij de wereld ziet
Deze informatie wordt onder andere verkregen uit digitale handelingen als muisklikken, vingerbewegingen, dingen die je ziet op je scherm, berichten op sociale media, likes op sociale media, je locatie, muziek die je luistert en films die je kijkt. Meer weten over big data? In dit filmpje geven we uitleg.
Gedrag voorspellen & beïnvloeden
Maar wat kan er worden gedaan met deze data? Hoe erg is het dat deze informatie over jou en mij wordt verzameld? Simpel, met die bovenstaande gegevens kan er heel eenvoudig een digitaal profiel van jou worden gevormd. Aan de hand van dit profiel kan jouw gedrag worden voorspeld en zelfs worden beïnvloed. Dit wordt gedaan door middel van zogenaamde algoritmen. Iedereen komt dagelijks onbewust in aanraking met die algoritmen. Dit zijn computerprogramma’s die grote hoeveelheden data (big data dus) kunnen doorzoeken. Door die grote hoeveelheden data te interpreteren kunnen ze patronen zien of conclusies trekken die voor een mens onmogelijk zijn. Zo gebruiken gemeenten deze data bijvoorbeeld om te voorspellen wie er in de bijstand terecht gaat komen en wie er wél kans heeft om weer aan het werk te komen en wie niet.
Ook worden deze data steeds vaker ingezet voor marketingdoeleinden, en is dus steeds meer van die data in handen van commerciële partijen. Hierdoor krijg je, wanneer je op internet verschijnt, reclame die helemaal is afgesteld op jou als persoon, om zo het maximale effect bij jou te bereiken.
Maar niet alleen je consumentengedrag, ook je politieke voorkeur kan worden beïnvloed. Door alle beschikbare informatie weet een politieke partij bijvoorbeeld in welke gemeente ze wél campagne moeten voeren en in welke gemeente niet. Sterker nog; ze kunnen per regio hun communicatie aanpassen. Dit doen ze bijvoorbeeld door middel van andere commercials, andere boodschappen en andere afbeeldingen op flyers. Meer weten over algoritmen? Bekijk dan de interessante zomerserie ‘De Voorspelbare Mens’ van EenVandaag.
Vertrouwen op de conclusies van algoritmen
Dit klinkt misschien allemaal nog relatief onschuldig. Maar aan de hand van al deze data worden ook ‘aannames’ of ‘vooroordelen’ gemaakt. Ja, je leest het goed. Een algoritme maakt aannames en niet alles is dus waar is wat er aan de hand hiervan van al die verzamelde data wordt geconcludeerd. Hier wordt echter niet altijd rekening mee gehouden. Zo schreef het FD vorig jaar dat overheden en bedrijven steeds vaker vertrouwen op de conclusies van algoritmen. Ook als dit discriminerend is of als er verkeerde verbanden worden gelegd.
Op dit moment loopt de regelgeving wat dit betreft hopeloos achter op de technische mogelijkheden. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die op 25 mei 2018 ingaat, dwingt organisaties die van algoritmen gebruikmaken wel verantwoording af te leggen over de logica hiervan. Het is echter nog wel de vraag of dit voldoende is.
Kortom; we denken wellicht dat we alles zelf bepalen en zelf invloed hebben op onze beslissingen, maar onbewust worden we wel een bepaalde richting opgestuurd door het gebruik van onze digitale sporen. Aan jou de vraag in hoeverre je dit erg vindt natuurlijk.
Dit artikel verscheen eerder op de website van WIIFM [red. deze website is niet meer bereikbaar].
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.