Het boek Als je brein je bedriegt van Geertje Paaij gaat over een blinde vlek in de psychiatrie: internet en sociale media. De psychosegevoelige dochter van Geertje Paaij plaatst tijdens een opname nietsverhullende foto’s en provocerende teksten op sociale media. De GGZ-kliniek blijkt dit niet te kunnen voorkomen omdat de protocollen ontoereikend zijn. Professionals doen wat in hun vermogen ligt. Toch hebben ze vaak geen idee van wat er zich online afspeelt en van wat er online geregeld wordt.
Sociale media als dagboek
Levensenergie toert op verlangens. Vaak is er een verlangen om gezien en erkend te worden, en een verlangen om een leeg gevoel te voeden. Soms raast er een storm aan adrenaline door een brein als een honger die nauwelijks gestild lijkt te kunnen worden. Psychiatrisch patiënten met diagnoses als autisme, LVB, borderline, schizofrenie, ADHD kunnen daar in extreme mate mee te maken hebben. Internet kan een middel lijken om te voeden, stelpen en te uiten. En deze online interactie, is op zijn zachtst gezegd vaak niet erg handig. Het kan schadelijk en gevaarlijk zijn.
De dochter van Geertje Paaij reageert online vaak op haar moeder als een stier op een rode lap. Internet is als een openbaar dagboek voor haar. Het is heel vaak helend om heftige gevoelens schrijvend te uiten. Als dat echter online gebeurt, wordt er vaak juist meer kapot gemaakt. In dit geval is het haar moeder die erdoor geraakt wordt. Maar het kan ook net zo goed een verkeerde man zijn aan wie zij teveel van zichzelf laat zien; op wat voor manier dan ook, met alle gevolgen van dien. Geertje Paaij probeert daarover vergeefs het contact met de diverse betrokken GGZ-instanties aan te gaan. Ze raken verstrikt in protocollen van privacy, beleid, onwetendheid en onvermogen.
Voor ouders is het tenenkrommend als hun kind, dat in behandeling is en in een zorginstelling woont, alsnog online in een totale grensoverschrijding terecht komt. Het is frustrerend om online te kunnen volgen hoe je kind zich in de nesten werkt, zonder dat hier hulp en begeleiding op ingezet wordt.
Angst voor onmacht
Opvallend in Paaij’s verhaal is de angst van professionals om te veel betrokken te raken bij patiënten en cliënten. Soms geven professionals het bij voorbaat al op, want er is toch niets tegen problemen op internet te doen. Er heerst angst voor onmacht, de angst voor onwetendheid en daarmee handelingsverlegenheid, maar ook het fatalistisch denken: ‘Ik kan er toch niets aan doen. Het ligt niet binnen mijn vermogen.’
Met regelmaat geef ik trainingen over sociale media in de GGZ, jeugdzorg, advocatuur en het onderwijs. In de trainingen laat ik zien wat het effect is op jongeren en hoe beïnvloeding middels en op sociale media in zijn werk gaat. Ook laat ik zien wat het stuk kan maken; hoe funest het is als omstanders niet, te laat of onhandig reageren. Ik vertel onder andere over grooming, paydates, pornoverslaving, gameverslaving, sextortion, online dwang en geldezels. We werken ter plekke aan inzicht. Ik geef handvatten en soms wordt er al een aanzet voor een beleid gemaakt. Er is vaak opluchting over de uitleg, omdat het mogelijk blijkt om beleid te maken, invloed te hebben en te begeleiden in het online leven van patiënten en cliënten.
Raak juist wel betrokken
Veel professionals beschouwen sociale media als iets wat privé is, terwijl berichten openbaar worden geplaatst. Het is een schat aan (publieke) informatie. Het draagt bij aan het beeld van patiënten. Als professional kun je er juist wel mee werken. Of eigenlijk: je moet ermee werken. Het is van juist van de zotte om alles wat online staat te negeren.
Sluit aan bij de patiënt of cliënt. Zorg dat je weet welke sociale media je cliënt gebruikt, app en snapchat met ze. Er is werkelijk geen jongere meer die een begeleider gaat bellen of een onbekend nummer opneemt. Als je dit niet beseft, sta je al een-nul achter als professional, als organisatie. Weet bijvoorbeeld dat je online communicatie kunt beveiligen met tweestapsverificatie en leer dat ook aan je cliënten en patiënten.
Volg je cliënten in hun kijkgedrag op Dumpert en Instagram; kijk wat zij kijken en zie wat zij zien. Ga het gesprek aan over pornosites, paydating, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Tussen jouw patiënten zitten online slachtoffers en daders. Of misschien zijn ze het allebei tegelijkertijd. Wat je er in een gesprek niet uitkrijgt, vind je waarschijnlijk alsnog in het online gedrag.
Nodig me vooral uit, ik praat jullie bij. Dan vertel ik hoe bijvoorbeeld jongens zich op internet aanbieden, hoe meiden geworven worden en wat geldezels zijn.
Neem je #zorgverantwoordelijkheid
Naast de discussie over verwarde personen op straat, zou er ook een discussie moeten zijn over verwarde personen online. Los van de #mediawijsheid en het #mediabewustzijn waarvan we vinden dat het geleerd en geleefd moet worden, missen we in de hulpverlening, maar ook in de maatschappij, een variant. Het is de variant van zorgdragen: hetzij voor je naasten, je leerlingen, je cliënten, je patiënten. Ik doel op #zorgverantwoordelijkheid.
Het is absoluut niet meer van deze tijd voor een zorginstelling om geen adequaat beleid te hebben betreffende sociale media. Het sec verbieden getuigt van onmacht. Het aan banden leggen, meekijken, reageren, confronteren, bespreken, de ruimte die in een zogenaamde medialoze opname ontstaat opvullen, het begeleiden als er toch weer online contact mag zijn: HET MOET! Hup aan de bak GGZ, zorg en jeugdzorg. Het is bizar dat hét communicatiemiddel van de 21ste eeuw, waar zoveel problemen door ontstaan en dat tegelijkertijd zoveel mogelijkheden biedt, niet benut wordt en niet in een behandelplan wordt opgenomen. Dat is echt onverantwoordelijk.
Het goede voorbeeld
Er zijn gelukkig zorginstellingen die het snappen en diverse toepassingen ontwikkelen.
Zo is er de app Smart4U (red. niet meer beschikbaar) voor psychiatrische patiënten en cliënten. De app gaat een keer per dag af op een willekeurig moment. Dan moet de cliënt en aantal vragen beantwoorden over hoe hij zich voelt en wat hij denkt. En of hij contact zou willen, en met wie en hoe dan. Na zes weken blijken de gebruikers actiever en bereid tot verandering.
Een ander voorbeeld: de app Optimism. Patiënten kunnen hun stemmingen bijhouden in de app. Het is eigenlijk een soort dagboek. De app maakt zelfs grafieken en die kunnen dan naar de psychiater gestuurd worden. Maar ook mailen blijkt voor sommigen een redding. Als echt contact niet lukt, werkt mailen soms wel. En in contact zijn is zo ontzettend belangrijk.
Laat je wakker schudden en ga aan de slag
Ik raad iedere zorgmanager, psycholoog, GGZ-medewerker, (jeugdzorg)hulpverlener dit horrorboek Als je brein je bedriegt aan: lees, huiver en laat je wakker schudden. Niks doen is geen optie. Niks doen neigt wat mij betreft naar verwaarlozing. Neem je #zorgverantwoordelijkheid. Zie wat je cliënten of patiënten zien en handel daarnaar. Want dat is de basis van wat ieder mens wil: zien en gezien worden. En lees vooral ook wat er allemaal wel mogelijk is. Het boek eindigt met veel praktische tips, je kunt als instelling en professional eigenlijk direct aan de slag.
Zorg en zie ze.
Offline én online.
Netwerk Mediawijsheid ontving een recensie-exemplaar van dit boek van Singel Uitgeverijen en vroeg blogger Jacqueline Kleijer om het boek te recenseren. Bloggers delen hierbij hun eigen mening. Netwerk Mediawijsheid maakt altijd zelf de beslissing om een gekregen product wel of niet te (laten) recenseren en ontvangt hiervoor geen vergoeding.
Aan de slag met mediawijsheid voor kwetsbare groepen:
» Jongeren met LVB online extra kwetsbaar door gebrek aan begeleiding in mediawijsheid
» Teken het Mediawijsheidmanifest: Ook jongeren met een LVB hebben recht op een leuk online leven
» Vijf kickstarters voor begeleiders van jongeren met een LVB
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.